Inventaris

Roodbos (Voeren)
De opgaande zomereik staat in de hoek van een landbouwperceel, grenzend aan de holle weg Rooibos. Op de Poppkaart is deze perceelsgrens reeds gekarteerd. Vanaf de Vandermaelenkaart staat er net ten westen van de boom een pad gekarteerd. Dit pad blijft tot en met de kaart van 1904 geregistreerd. De boom had mogelijk de functie de perceelsgrens ten opzichte van het pad vast te leggen. Het pad staat niet meer op de kaart van 1939 maar dezelfde perceelsstructuur blijft op de verschillende kaarten terug te vinden, samen met de perceelsrandbeplantingen. De opgaande eik vormt omwille van zijn representatieve groeivorm een beeldbepalend element.

Roodbos 11 (Voeren)
Gekandelaarde Hollandse linde op erf van een langgestrekte hoeve. Het aanplanten van bomen op erven gebeurde vaak om bovennatuurlijke kwade krachten van het erf te weren. Ook deze linde is een welkomstboom (afweerboom) die de hoeve en zijn bewoners moest beschermen tegen het al het kwade. De 18 meter hoge linde heeft een mooie representatieve groeivorm en vormt een beeldbepalend element in de omgeving.

Rozengaerden (Voeren)
De gemengde houtkant is aangeplant op een wegtalud. De houtkant heeft onder andere als functie erosiebestrijding. De weg met talud staat reeds op de Kabinetskaart van de Ferraris. Op latere 19de- en 20ste-eeuwse kaarten is deze situatie identiek.

Rullen (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud tussen weilanden. Hij bestaat uit eenstijlige meidoorn, knotbomen, hakhout en opgaande bomen van gewone es, knotbomen van zomereik, gewone hazelaar, roos en sleedoorn.

Rullen (Voeren)
De kaphaag van haagbeuk bevindt zich op de perceelsgrens van enkele graslanden. De bomenrij bestaat uit zes stuks, heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.

Rullen (Voeren)
De beeldbepalende kaphaag van haagbeuk bevindt zich op een oude perceelsgrens. Er is een bijmenging met opgaande gewone essen, eenstijlige meidoorn en sleedoorn.

Rullen (Voeren)
De gemende houtkant staat op een talud op een oude perceelsgrens. Hij bestaat uit opgaande bomen en knotbomen van gewone es, knotbomen van zomereik, hakhout van gewone hazelaar en eenstijlige meidoorn met bijmenging van gewone vlier en braam.

Rullen (Voeren)
De kaphaag van haagbeuk staat op een oude perceelsgrens, op een talud tussen weilanden.

Rullen (Voeren)
De opgaande eik is aangeplant als hoekboom bij een kruispunt van wegen, tussen akker- en weilanden. De zomereik, met omtrek 216 cm heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.

Schietekamer (Voeren)
De opgaande paardenkastanje staat achter de Wittekapel. De boomkruin hangt over de kapel. Aan de achterzijde van de boom ligt akkerland.