63 resultaten
ID: 135044 | Landschappelijk geheel

Geel (Geel), Mol (Mol)
Dit gebied is gelegen net ten oosten van Geel. De vallei van de nog sterk meanderende Molse Nete kent een gaaf bewaard beemdenlandschap dat wordt gekenmerkt door weilanden opgedeeld in langwerpige percelen, die nog grotendeels begrensd zijn door lijnvormige aanplantingen die het geheel een eerder gesloten karakter geven. Langs de noordelijke oever komen talrijke plassen en vijvers voor, ontstaan door de ontginning van veen en turf in de tweede helft van de 19de eeuw. Ook het wegenpatroon bleef mooi bewaard. In de iets hoger gelegen noordwestelijk hoek is er een duidelijke overgang naar grootschaliger landbouwgebied. De afwisseling in vegetatiestructuur, gecombineerd met talrijke overgangssituaties van nat naar droog, resulteert in een rijke flora. De talrijke open waters maken het gebied ook interessant voor aan water gebonden fauna.
ID: 135389 | Landschappelijk geheel

Mendonk, Sint-Kruis-Winkel (Gent), Wachtebeke, Zaffelare (Lochristi), Eksaarde, Moerbeke (Lokeren), Sinaai (Sint-Niklaas), Kemzeke, Stekene (Stekene)
De Moervaartdepressie, met aan de noordelijke zijde de dekzandrug Verrebroek-Gistel en aan de andere zijde de langzamer hogerop hellende gronden en de Zuidlede als fysische grens, is de belangrijkste structuur in dit gebied. In de depressie komen zowel graslandcomplexen, boscomplexen als mozaïeklandschappen voor. Elk heeft zijn typerende ontginningsstructuur. De Moervaartdepressie is omwille van zijn laaggelegen gronden niet bebouwd geworden in historische tijden. Door het onbebouwd karakter van het gebied is het bouwkundig erfgoed voornamelijk gesitueerd aan de noordelijke en zuidelijke grens van het gebied, zoals Moerbeke en in het zuiden de Kruiskapel.
ID: 135207 | Landschappelijk geheel

Zwijnaarde (Gent), Melsen, Merelbeke, Schelderode (Merelbeke-Melle), Eke, Zevergem (Nazareth-De Pinte)
De Scheldemeersen van Zevergem-Schelderode vormen één van de weinige restanten van een aaneengesloten meersenlandschap in de Scheldevallei. Het gebied wordt gekenmerkt door de afwisseling van meersen, afgesneden meanders, populierenaanplantingen en door greppels opgedeelde graslandpercelen. Het kasteeldomein van Schelderode ligt op de steilrand.
ID: 135210 | Landschappelijk geheel

Binnenring-Drongen , Driesdreef , Oranjeboomstraat , Zandloperstraat (Gent)
Het gebied Bourgoyen-Ossemeersen bevindt zich in de alluviale vlakte van de Leie en behoort tot de Vlaamse Vallei. De riviervlakte wordt gekenmerkt door een laatglaciale Leie-arm en kronkelwaardafzettingen en stuifzandruggen zoals de Valkenhuisdonk. De Valkenhoeve dateert uit de 16de eeuw maar gaat terug op een middeleeuwse vorstelijke jachtresidentie, bekend als plaats voor het dresseren van valken. De lager gelegen gronden kwamen regelmatig onder water te staan en werden ingericht als hooiland. Deze meersen worden gekarakteriseerd door een visueel open landschap. Aansluitend ligt de open Vliegpleinkouter als relict van de uitgestrekte akkers rond Mariakerke. Om het waterverschil tussen de lage meersen en de Leie te overbruggen werd al in de 12de eeuw een hoosmolen opgericht. Vandaag is nog een achthoekige bakstenen romp zonder kap uit de 18de eeuw bewaard gebleven.
ID: 135222 | Landschappelijk geheel

Grimminge, Idegem, Nieuwenhove, Zandbergen (Geraardsbergen), Appelterre-Eichem, Denderwindeke, Ninove, Outer, Pollare (Ninove)
De Dendervallei tussen Idegem en Ninove wordt gekenmerkt door een vrij breed meersengebied langs de rivieroevers met perceelsrandbegroeiing. De overgang van de Dendermeersen naar de beboste steile helling is een markante terreinovergang. Op de grens van het alluvium staat het kasteeldomein van de Lalaing met vierkante omwalling en beboomde toegangsdreven. Het Geitebos maakte ooit deel uit van het Kolenwoud en telt nog steile taluds en houtwallen die de oude bosgrenzen aanduiden. Het gebied De Nuchten vormt een aaneengesloten moerasbos in een oude meander met relicten van turfputten. Nederzettingen, zoals Grimmige, Pollare en Idegem, liggen net buiten het alluvium. De voormalige Cisterciënzenabdij van Beaupré was afhankelijk van de abdij van Clairvaux en bestaat uit een deels omwald en ommuurd complex met monumentaal poortgebouw.
ID: 135124 | Landschappelijk geheel

Moerbeke, Overboelare, Viane (Geraardsbergen), Galmaarden (Pajottegem)
De Markvallei situeert zicht ten zuiden van Geraardsbergen. Hydrografisch behoort de vallei tot het bekken van de Dender. Ze ligt in een zachtgolvend leem- en zandleemgebied. Ondanks de rechttrekking van de Mark in de jaren 1970 loopt in de vallei nog een oud meanderend systeem dat in het centrum van de bedding 150 tot 200 meter breed is. De Markvallei is een natuur- en reservaatsgebied en is grotendeels onbebouwd. Het bodemgebruik in de Markvallei is voornamelijk op land- en bosbouw gericht. Hooilanden bedekken een grote oppervlakte langs de Mark. Bosbouw komt voornamelijk voor onder de vorm van hakhoutpercelen en strookvormige populierenaanplanten.
ID: 135074 | Landschappelijk geheel

Beigem, Grimbergen, Humbeek (Grimbergen), Vilvoorde (Vilvoorde)
De ‘Maalbeekvallei en het gevarieerde cultuurlandschap ten oosten van Grimbergen’ omvat de kern van Grimbergen met de norbertijnenabdij en het Prinsenbos en de ruïne van het Prinsenkasteel, de vallei van de Maalbeek met drie watermolens en verschillende Brabantse hoeves, het vliegveld van Grimbergen en het Lintbos met aansluitend het Wezenhageveld. Ook enkele kasteeldomeinen waaronder het Lintkasteel en het relict van het Domein van Borcht met aangrenzend de Senecaberg zitten in de afbakening.
ID: 135373 | Landschappelijk geheel

Grobbendonk (Grobbendonk), Herentals (Herentals), Vorselaar (Vorselaar)
Het gebied ‘Samenvloeiingsgebied van de Kleine Nete en Aa met de westelijke uitlopers van de Kempische Heuvelrug’ omvat de beekvalleien van de Aa en de Kleine Nete gelegen tussen de dorpskernen van Grobbendonk, Vorselaar en Herentals, het tussen beide rivieren hoger gelegen ‘interfluvium’ en de ten zuiden ervan gelegen gronden van de voormalige Britse militaire basis. De combinatie van de natte, open alluviale beekvalleien met de tussenliggende en aangrenzende hoger gelegen hoofdzakelijk beboste zandgronden zorgt voor een opvallende landschappelijke verscheidenheid. De ondergrond, de bodem, het reliëf en de waterhuishouding liggen aan de basis van dit nog vrij gaaf bewaard Kempisch landschap.
ID: 300160 | Landschappelijk geheel

Grobbendonk (Grobbendonk), Nijlen (Nijlen), Pulle, Viersel (Zandhoven)
Het gebied omvat de vallei van de Kleine Nete tussen Viersel, Nijlen en Eisterlee. Centraal lopen de Kleine Nete als typische laaglandbeek met meanderend patroon en parallel de Kleine Pulse Beek en Laak. Het Netekanaal is een belangrijk relict van de kanalisatiegeschiedenis van de Kleine Nete en vormt de overgang naar de voormalige vloeibeemden van het Viersels Gebroekt. Hier stromen ook de Molenbeek en Kleine Beek te midden van de graslanden. In de Netevallei liggen oude graslanden, afgewisseld met concentraties akkerland en verspreide bospercelen. Op de pleistocene donken in de vallei en op de overgang naar de gehuchten op de valleirand liggen verspreide hoeves. Het landschap getuigt van de intense relatie tussen beek en beekvallei en de wisselwerking tussen natuur en menselijke activiteit die verschillende landschapstypes heeft opgeleverd.
ID: 300492 | Landschappelijk geheel

Haacht, Tildonk (Haacht), Keerbergen (Keerbergen), Wilsele (Leuven), Rotselaar, Werchter (Rotselaar), Tremelo (Tremelo)
Het gebied strekt zich in het noorden uit van Haacht tot Wijgmaal bij Leuven. De Dijlebeemden bevatten nog sporen van meerdere paleomeanders. Dichter langs de Dijle liggen oeverwallen, ze liggen iets hoger en bestaan uit drogere grond, hier bevinden zich veelal akkers en bewoning langs smalle wegen. In de lager gelegen en nattere komgronden overheersen populierenaanplantingen en weilanden. Het verval van de Dijle was voldoende om talrijke watermolens op deze rivier te bouwen. Een goed voorbeeld hiervan is de Molen Van Doren. Ten westen van Werchter ligt de Craeneveldhoeve, een ruime omgrachte hoeve van het gesloten type, geïsoleerd ingeplant temidden van de akkers. Een anti-tankgracht werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door het gebied aangelegd.