Inventaris

Nieuwland 23-25 (Gent)
Twee gekoppelde enkelhuisjes van twee traveeën met twee bouwlagen. Kern opklimmend tot de 16de tot 17de eeuw, met verankerde, vernieuwde voorgevel.

Nieuwland 28-40 (Gent)
Dertien resterende traveeën van de twee bouwlagen hoge gevelwand van de huizenrij en huidenvetterij door de gebroeders Bauwens gebouwd in 1788, doch herhaaldelijk aangepast in de loop van de 19de eeuw en opgericht op de plaats van het in 1783 gesloopte klooster der predikheressen.

Nieuwland 91-95 (Gent)
Verankerde, beschilderde bakstenen enkelhuisjes van twee traveeën en van één bouwlaag, met dakvensters in bekronende klokgeveltjes en mansardedak, volgens bouwaanvraag van 1722.

Nieuwland 97-99 (Gent)
Enkelhuisjes van drie traveeën met twee bouwlagen onder zadeldak, opklimmend tot de 18de eeuw.

Noendries 17-23 (Gent)
Voormalige hoeve gelegen achter de huizenrij nummers 25-31 en volgens archiefstukken in 1867 omgevormd tot zes arbeidershuisjes in binnenblok.

Noendries 25-31 (Gent)
Aan de straat palende rij arbeidershuizen van één bouwlaag en met gewijzigde travee-indeling (heden zeventien en vier traveeën), onder zadeldak (Vlaamse pannen, nok evenwijdig aan de straat), uit midden 19de eeuw.

Ommegangstraat 8 (Gent)
Homogeen huizenblok van arbeidershuisjes met twee bouwlagen en twee traveeën met repeterend schema, onder zadeldak (pannen), daterend uit vierde kwart 19de eeuw.

Ooievaarstraat 67-69, 75-77, 83, 87-91, 95-97, 105 (Gent)
Arbeiderswoningen van twee en een halve bouwlaag daterend uit de jaren 1860, die oorspronkelijk deel uitmaakten van een lange, aaneengesloten rij in eenheidsbebouwing.

Ooievaarstraat 59-63 (Gent)
Oudere, thans vervallen rijhuisjes van samen elf traveeën met twee bouwlagen onder zadeldak, daterend uit de eerste helft van de 19de eeuw.

Oude Houtlei 50, 56-58, Wellingstraat 32 (Gent)
De laat 19de-eeuwse Poortakkerkapel en het bijhorend kloostercomplex met kloostertuin vormen een voorbeeld van neogotische bouwkunst, een constructie van vooraanstaande kunstenaars voor de neogotiek, namelijk Arthur Verhaegen in samenwerking met Jean-Baptiste Bethune en Florimond Van de Poele. Het goed bewaard geheel dankt zijn architecturale kwaliteiten onder meer aan het totaalconcept en de consequente eenheidsstijl.