Inventaris

Weg naar Zutendaal 310 (Maasmechelen)
Kaphaag van haagbeuk die de perceelsgrens markeert van een huiskavel bij een voormalig jachthuis, later omgevormd tot boswachterswoning.

Steenstraat 40 (Merelbeke-Melle)
Geriefbosje bij vroegere boerderij met veel opslag van olm en met een perceelsrandbeplanting bestaande uit een kaphaag van linden, geknot op een hoogte van 300 cm. De omtrek van de stammen varieert van 100 cm tot 184 cm.

Mieregoed (Nazareth-De Pinte)
Perceelsrandbegroeiing van zwarte els aangeplant langs een akkerperceel. Langs de houtkanten zijn er nog sporen aanwezig van grachten. Vanaf de 18de eeuw zijn deze houtkanten ingetekend op de historische kaarten. Deze houtkanten zijn nu nog een van de weinige reminiscenties uit het historische bulkenlandschap. De houtkant is hier gevormd door een kaphaag,namelijk elzenknotbomen in onregelmatig plantverband.

Mieregoed 4B, 4F (Nazareth-De Pinte)
Het erf van de historische hoeve ’t Mieregoed wordt aan de oostzijde afgesloten met een kaphaag van haagbeuk. De haag telt op het moment van de inventarisatie nog 49 knotboompjes in een onregelmatig plantverband.

Snepstraat 6 (Nazareth-De Pinte)
Perceelsrandbegroeiing aangeplant met in hoofdzaak zwarte els en in mindere mate bindwilg. Hier en daar heeft er zich ook een zomereik gevestigd. Langs de houtkanten zijn er nog sporen aanwezig van grachten. De houtkant is hier gevormd door een kaphaag en een stuk waar de kaphaag is omgevormd naar hakhout.

Geraardsbergenstraat 155 (Oudenaarde)
De huisweide op het erf Geraardsbergenstraat 155, werd afgeboord met een essenkaphaag. Een kaphaag is een lijnaanplanting van knotboompjes met een dicht plantverband die onderhouden wordt door ze periodiek te knotten. Dit leverde brandhout en geriefhout op, de haag werd tevens als erfafsluiting benut. Om te voorkomen dat de uitgezette beesten zouden ontsnappen werd de haag in een zéér dicht verband geplant en werden de gaten ingeboet en/of ingevlochten met takken, nu word hiervoor meestal een draadafsluiting gebruikt.

Varent (Oudenaarde)
Ten noorden van een laaggelegen terrein voorkomt men met een beplant talud de verdere erosie van de hoger gelegen gronden. De beplanting bestaat uit een oude gemengde kaphaag van es, haagbeuk, eik en veldesdoorn. In het talud wordt het kwelwater van een bron in een gracht opgevangen. De ingewerkte lange gracht verloopt verder in het talud en voorkomt hierdoor moerasvorming aan de basis.

Aerebeekstraat (Pajottegem)
De kaphaag op de zuidwestelijke hoek een weiland dat noordelijk door de Arebeek wordt begrenst, bestaat uit enkele haagbeuken.

Beeldekensstraat (Pajottegem)
De kaphaag van gewone haagbeuk (Carpinus betulus) bevindt zich op de noordelijke en westelijke perceelsgrens van een bebost perceel in de vallei van de Scheibeek. De talud op de perceelsgrens wordt door de haag van haagbeuk vastgehouden.

Eysbroeckstraat (Pajottegem)
De bomenrij is gelegen op een talud op de perceelsgrens van een grasland. De kaphaag en knotbomen bestaan uit zomereik (Quercus robur) en gewone es (Fraxinus exelsior). Het steilrandje bevindt zich op de noordoostelijke perceelsgrens van een weiland palend aan de Heisbroekbeek.