81 resultaten
ID: 301163 | Landschappelijk element
Mechelen-aan-de-Maas (Maasmechelen)
Initieel was de strook Lieben bedoeld voor de aanleg van een kanaal tussen Maasmechelen en Genk, maar dit plan werd nooit gerealiseerd waarna het gebied in de tweede helft van de 19de eeuw werd bebost met naaldbos. De zuidelijke bosgrens van de strook is gemarkeerd door een ondiepe gracht en het talud is beplant met hakhout van wintereik.
ID: 135357 | Landschappelijk geheel
Heffen, Mechelen, Walem (Mechelen), Rumst (Rumst), Heindonk (Willebroek)
Het Zennegat - Battenbroek is een rivierenlandschap, gekenmerkt door de samenvloeiing van de Dijle, Nete en Zenne. De begroeiing is zeer gevarieerd met onder andere hooi- en graasweiden doorkruist met grachtjes, bomenrijen, broekbossen en loofbossen. Het gebied bevat eveneens afgesneden en verlande meanders. Het landschapsbeeld wordt hoofdzakelijk bepaald door de kleinschaligheid en de afwisseling in structuur met talrijke kleine landschapselementen, de kasteelparken en de oude dijken.
ID: 135132 | Landschappelijk geheel
Lombardsijde, Slijpe, Westende (Middelkerke)
In dit gebied ligt een overgangszone tussen duinen en polders. Het noordwestelijke zandige gedeelte was vroeger een binnenduincomplex. Deze duinen zijn lang beïnvloed geweest door erosie en begrazing. Omwille van de voedselarme, ontkalkte ondergrond en de begrazing komt een schrale heide- en graslandvegetatie voor. De westelijke graslanden vlakbij Lombardsijde kennen nog enkele knotbomenrijen. Het zuidelijke gedeelte behoort tot de polders en ligt frequent onder akkerland. Hier zorgen talrijke sloten en grachtjes met rietbegroeiing voor de afwatering van het gebied. De Schuddebeurzebeek is de voornaamste afwateringsader voor het gehele gebied. Opgaande bomenrijen accentueren het kanaal Nieuwpoort-Plassendale. In het gebied zijn verschillende sporen van de Eerste Wereldoorlog.
ID: 135191 | Landschappelijk geheel
Moerbeke (Moerbeke), Wachtebeke (Wachtebeke)
Het Heidebos bevindt zich tussen Moerbeke en Wachtebeke op de grote dekzandrug. De droge, hogere gedeelten waren te onvruchtbaar om in het vast landbouwareaal te worden opgenomen en worden door heide en bos gekenmerkt. De overgang bos-akkers is scherp begrensd door een talud. In het noorden ligt het Fort Francipanie en de Parmavaart. In het zuiden een spoorwegbedding.
ID: 135194 | Landschappelijk geheel
Moerbeke (Moerbeke), Stekene (Stekene)
Het Wullebos - de Baggaart, op de grens tussen Moerbeke en Stekene, bestaat in het noorden uit naaldbos op de grote dekzandrug. De Papdijk loopt door het gebied. In het zuiden komen voornamelijk akkers en weilanden voor.
ID: 300867 | Bouwkundig / Landschappelijk element
Etbos (Moerbeke)
De omgeving van de Etboshoeve vormt een markant geheel door de aanwezigheid van de Zuidlede, de weg Etbos met zijn populierenrijen en de brug over de Zuidlede. De Etbosbrug is een kleine vaste stenen brug met gemetste bruggenhoofden en ijzeren leuningen. Langs de Zuidlede zijn enkele onverharde wegen.
ID: 300846 | Bouwkundig element
Heirweg, Koudenbormtragel, Oostvaart (Moerbeke)
De overblijfselen van het Hof van Coudenborn zijn omringd door een landelijke omgeving, die wordt gekenmerkt door hoeven, akkers en weilanden en wordt doorsneden door de Oostvaart en de Moervaart.
ID: 200955 | Landschappelijk element
Oostvaart (Moerbeke)
De Oostvaart als vaart en jaagpad of tragel vindt vermoedelijk haar oorsprong in de middeleeuwen. Moerbeke kende toen een klein netwerk van vaarten, waarvan enkel de Oostvaart behouden bleef.
ID: 300113 | Landschappelijk geheel
Den Diel, Postelsesteenweg, Russendorp (Mol)
Het gebied Den Diel wordt gevormd door vijf plassen, waarvan één grote, ontstaan door sprietontginning rond de Tweede Wereldoorlog. De plassen worden omgeven door broekbossen, terwijl voor de rest in het gebied loof- en naaldbossen voorkomen. Dit gebied omvat het sluizencomplex van Sas 3 en de baileybrug over het Kempisch Kanaal.
ID: 135131 | Landschappelijk geheel
Stene, Zandvoorde (Oostende), Oudenburg (Oudenburg)
Dit gebied bevat twee krekenstelsels: de Grote Keignaertkreek en de Zoute kreek en Sluiskreek. Het landschap wordt gestructureerd door de kreken en de aangrenzende komgronden. De Grote Keignaertkreek, Zoute kreek en Sluiskreek zijn ontstaan tijdens de overstromingsfase rond het beleg van Oostende aan het begin van de 17de eeuw doordat de duinen ten oosten van Oostende doorgestoken geweest zijn. Na het beleg van Oostende polderde men de overstroomde delen terug in, maar om de havengeul open te houden had men zogenaamde spoelpolders nodig om voldoende waterdynamiek te garanderen. Momenteel staan de kreken niet meer in rechtstreekse verbinding met de zee. Nabij de kreken en hun uitlopers komt eerder grasland (meestal weiland) voor, in de komgronden eerder akkerland. De kreken bevatten brakwater wat een typische flora met zich meebrengt.