Inventaris

Ordenmolen, Veld (Voeren)
Langs de Voer ligt de gemengde houtkant. De houtkant bevat zes geknotte schietwilgen, waarvan de zwaarste een stamomtrek van 535 cm heeft. Drie opgaande gewone essen en één knotes en een knotzomereik komen voor.

Ottegraeven (Voeren)
De houtkant op talud bevindt zich op de perceelsgrens tussen twee graslanden. Deze bestaat uit hakhout van gewone hazelaar, hakhout en opgaande bomen van gewone es, opgaande zomereiken, eenstijlige meidoorn, gewone kardinaalsmuts, perenbomen en sleedoorn.

Ottegraeven (Voeren)
De knoteik staat op een talud tussen landbouwpercelen. De beeldbepalende boom is vermoedelijk één van de hoogste, dikste en oudste in de regio.

Ottegraeven (Voeren)
De houtkant op talud bevindt zich tussen een weiland en een halfverharde weg. De gemengde houtkant bestaat uit knotbomen van eik.

Oude Linde (Voeren)
De drie opgaande zomereiken staan op het kruispunt van een historisch stratenpatroon. Het wegenknooppunt 'De Oude Linde' staat reeds op de Kabinetskaart van de Ferraris ingetekend. Ook op latere kaarten, zoals Vandermaelen, is dit patroon steeds herkenbaar. De open ruimte bij de zesweegse wordt gekenmerkt door een kapel, jonge opgaande linden en drie grote opgaande zomereiken. De eiken hebben een stamomtrek van tussen 224 en 243 cm. De bomen hebben een mooie representatieve groeivorm en zijn beeldbepalend.

Oude Linde (Voeren)
De gemengde houtkant staat op een talud van de holle weg. Deze weg is een van de zes wegen die met het kruispunt 'De Oude Linde' verbonden zijn. De soorten in de houtkant bestaan uit hakhout van gewone es, hakhout van iep, hakhout en opgaande bomen van zomereik, hakhout van gewone hazelaar en roos. Het hakhout van gewone es heeft een omtrek tot meer dan 300 cm. Op de kop van het talud staat een restant van een veekeringshaag van meidoorn.

Plankerweg (Voeren)
De opgaande eik is aangeplant op de kadastrale perceelshoek van een weiland. De hoekboom heeft een mooie representatieve groeivorm en is een beeldbepalend object.

Plankerweg (Voeren)
De kaphaag staat op een talud op de perceelsrand tussen weilanden. De knothaagbeuken hebben omtrekken tussen 250 cm en 500 cm. Knotbomen en opgaande bomen van zomereik komen voor naast zoete kers, meidoorn, gewone hazelaar, opgaande es en hakhout van gewone esdoorn.

Reesberg (Voeren)
De opgaande eik is aangeplant in de kadastrale hoek van een weiland. Het betreft een oude perceelsgrens. Deze perceelsgrens is op de Poppkaart geregistreerd. Op latere topografische kaarten wordt deze perceelsgrens steeds als beplant weergegeven. De houtkant is op de kaart van 1939 volledig aanwezig, op de kaart van 1969 is hij gedeeltelijk aanwezig. De hoekboom is een relict van de houtkant en blijft staan om de perceelsgrens te markeren.

Reesberg (Voeren)
Het gemengde hakhoutbosje is aangeplant in een ontginningsput bij Reesberg. Het bosje is gekarteerd op de topokaart van 1873 en blijft ook op de latere topokaarten geregistreerd. De opgaande bomen en het hakhout zijn aangeplant met als functie erosiebestrijding enerzijds, en anderzijds hadden ze als functie de productie van brand-, ambachts-, bouw-, geriefhout, loofvoedering. Er komen hakhout en opgaande bomen van gewone es voor, hakhout en opgaande bomen van beuk en opgaande zomereiken. Een soortenrijke struikenlaag is aanwezig.