Inventaris

Benedestraat (Grimbergen)
De knotbomenrijen ligt in een weiland dat in de buurt van de Benedestraat ligt. De soorten bestaan uit verschillende wilgensoorten, waaronder schietwilg. De bomenrij ligt op de perceelgrens en langs een waterloop. Deze perceelsrand vormt tevens de grens tussen de gemeenten deelgemeenten Humbeek en Grimbergen. De meest oostelijke boom is de dikste, en heeft een omtrek van 263 centimeter. De bomen vertegenwoordigen een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden geschoren, gekapt, geleid of geknot. Ze werden geplant met een welbepaalde functie, zoals: brand-, ambachts-, bouw-, geriefhout, loofvoedering.

Holbroek, Humbeeksesteenweg (Grimbergen)
De perceelsrandbegroeiing van een grasland in Holbroek bestaat uit een lange knotbomenrij van verschillende wilgensoorten. De bomen vertegenwoordigen een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden geschoren, gekapt, geleid of geknot. Ze werden geplant met een welbepaalde functie, zoals: brand-, ambachts-, bouw-, geriefhout, loofvoedering.

Prinsenstraat (Grimbergen)
De dubbele dreef werd in de loop van de 17de eeuw aangelegd door de heren van Grimbergen ten oosten van hun kasteeldomein Prinsenhof en bestond enerzijds uit een privéweg (het huidige klinkerfietspad) als rechtstreekse verbinding tussen het Prinsenkasteel en de abdij-parochiekerk Sint-Servaas en anderzijds uit een openbare weg (de huidige straat) als verbindingsweg naar Brussel.

Guldendal (Grimbergen)
Ten westen van het kasteeleiland ligt een cluster van een tiental wintereiken. De bomen staan in een bebost perceel en zijn opvallend hoog. De takvrije stammen die konden worden gemeten bedragen bij sommige bomen meer dan twintig meter, wat er op wijst dat de bomen heel hoog werden opgesleund.

Guldendal (Grimbergen)
De twee opgaande eiken staan op de hoek van twee dreven in het gemeentelijk park bij de ruïne van het Prinsenkasteel, aan de rand van het open recreatieveld. Mogelijk betreft het een kruising tussen zomereik en wintereik.

Lierbaan (Grimbergen)
De hoogstamboomgaard bestaat uit verschillende fruitboomsoorten. Het noordelijkste deel van de boomgaard werd in 1994 aangeplant. De takvrije stam bedraagt hier 1,8 meter. Aan de rand van de boomgaard staan gemengde houtkanten, met onder andere zwarte en witte moerbei, en lage knotbomen van schietwilg. Behalve de gelegde meidoornhagen zijn er ook takkenwallen op de perceelsgrenzen aangelegd. De grasland wordt als hooiland beheerd.

Lierbaan (Grimbergen)
De gelegde meidoornhaag bevindt zich tussen de verschillende delen van de grote hoogstamboomgaard. De haag werd in december 2010 aangeplant als een voorbeeld van een gelegde haag. De techniek van het leggen van hagen komt hier duidelijk tot uiting. De takken werden laag boven het maaiveld ingekapt, schuin gebogen en ingevlochten. De nieuwe uitlopers op de gelegde takken hebben een dicht netwerk gevormd.

Lierbaan (Grimbergen)
De knotbomenrij bevindt zich aan de rand van een hooiland en hoogstamboomgaard. De wilgen zijn na achterstallig beheer opnieuw geknot. De plantafstand en de knothoogte zijn onregelmatig. De bomen vertegenwoordigen een bepaalde beheervorm uit het verleden waarbij beplantingen werden geschoren, gekapt, geleid of geknot. Ze werden geplant met een welbepaalde functie, zoals: brand-, ambachts-, bouw-, geriefhout, loofvoedering.

Rijkenhoekstraat (Grimbergen)
De zes linden staan in de oostelijke berm van de Rijkenhoekstraat. De opgaande bomen bestaan hoofdzakelijk uit krimlinde (Tilia europaea (x) 'Euchlora'). De tweede boom in de rij (vanaf het noorden) is een zomerlinde (Tilia platyphyllos) die opvallend hoger is dan de andere bomen in de rij. De plantafstand van de bomenrij bedraagt zeven tot acht meter.

Kloosterdam, Vorststraat (Grimbergen)
De gekandelaberde linde staat net naast de Maalbeek, op een lichte verhevenheid op de hoek van de Kloosterdam en de Vorststraat. De boom ligt in het verlengde van de dreefzate van de dreef van het 'Kasteel d'Overschie' of 'de Vorst' naar de Liermolen. Rond deze watermolen liggen verschillende elementen van houtige beplantingen met een erfgoedwaarde.