93316 resultaten
ID: 135379 | Landschappelijk geheel

Dworp (Beersel), Buizingen, Halle, Lembeek (Halle)
Het gebied herbergt het typische landschap van de ‘Brabantse Ardennen’, gekenmerkt door een golvende topografie met beekvalleien en boscomplexen, een beperkt aantal vergezichten begrensd door het reliëf, vegetatie en bebouwing, complexe verweving van open ruimten en bebouwing en geïsoleerde bossen. Het Pajottenland in het westen is zacht golvend en vruchtbaar met een afwisseling van open veld op de droge ruggen. In de valleien bevinden zich de weiden en beemden, onderbroken met populierenrijen, hagen en knotwilgen. Tussen Zenne en Zoniën komen de steile zandhellingen voor, gedomineerd door de vele uitgestrekte bossen. Het gebied omvat naast een verscheidenheid aan elementen en patronen van landgebruik eveneens heel wat bouwkundig erfgoed.
ID: 135380 | Landschappelijk geheel

Kanne, Vroenhoven (Riemst)
Kanne is gelegen aan de benedenloop van de Jeker, die enkele kilometers verder in de Maas uitmondt. Het Jekerdal, evenals het in 1930-34 aangelegde Albertkanaal, is er diep in het substraat ingesneden, waardoor zeer steile hellingen voorkomen. Tussen de Jekervallei en de Maasvallei is de Sint-Pietersberg gelegen waarvan het landschappelijk meest gave deel het plateau van Caestert is.
ID: 135381 | Landschappelijk geheel

Kerkom-bij-Sint-Truiden, Sint-Truiden (Sint-Truiden)
Ten zuiden van Sint-Truiden heeft de Cicindria(beek) een asymmetrische vallei met steilere oostelijke helling ingesneden in het Haspengouws leemplateau met zijn open field landschap van vruchtbare akkers. De asymmetrische valleihellingen zijn doorsneden door holle wegen.
ID: 135382 | Landschappelijk geheel

Moelingen (Voeren)
De brede dalbodem van de Berwijn vormt de scheiding tussen twee Maasterrasmassieven. Het hoogteverschil tussen het plateau tussen Maas en Berwijn en de dalbodem van de Berwijn bedraagt ongeveer 30 meter over een afstand van slechts 200 meter. Het Maasterras tussen de Maas en de Berwijn is een akkerbouwgebied. Het deel van het terras tussen de Berwijn en de Voer is in gebruik als grasland.
ID: 135383 | Landschappelijk geheel

's Gravenvoeren, Remersdaal, Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Teuven (Voeren)
Het gebied strekt zich uit over het grootste deel van de deelgemeenten ‘s-Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren en Sint-Pieters-Voeren en omvat de dorpskernen van deze gemeentes. De diep ingesneden Voer loopt centraal door het gebied en aan weerszijden strekt zich een agrarisch landschap uit afgewisseld door bossen. Voeren heeft een zeer hoge concentratie aan holle wegen en graften. Typisch voor het landschap zijn de vele kom- en trechtervormige depressies of dolinen.
ID: 135384 | Landschappelijk geheel

Remersdaal, Teuven (Voeren)
De Vallei van de Gulp ligt in het oosten van Voeren. De waterloop de Gulp meandert tussen graslanden. De vallei ligt aan de voet van hellingbossen op Nuropperberg en Teuvenerberg. Op het plateau is er open akkerland en grasland. De kleinschalige dorpskern van Teuven en het kasteel van Obsinnich bevinden zich op de linker oever, de abdij en watermolen van Sinnich liggen op de rechter oever. Het spoorwegviaduct uit WOI bevindt zich op de lijn Tongeren-Aken.
ID: 135386 | Landschappelijk geheel

Klein-Gelmen (Heers), Gelinden (Sint-Truiden)
Het gebied is gelegen op het Haspengouws leemplateau, langs de Herk en wordt gekenmerkt door de mergelgroeven van Gelinden en een historisch stabiel landgebruik bestaande uit akkerbouw op het plateau, een grotendeels beboste westelijk geörienteerde helling, beemden in de vallei van de Herk en hoogstamfruitweiden aansluitend bij het dorp.
ID: 135387 | Landschappelijk geheel

Landegem, Merendree (Deinze), Drongen (Gent), Lovendegem, Vinderhoute (Lievegem)
De waterloop de Oude Kale en het alluviale meersengebied rond de waterloop wordt omringd door een bulkenlandschap waar kleinschaligheid typerend is. Delen van de kleinschalige dorpskern van Vinderhoute en de driesgehuchten Slindonk, Heystedries en Drieselken en het gehucht Luchteren bevinden zich binnen de afbakening van het kouter- bulkenlandschap. Vaak liggen ze op de overgang van de bulken naar open field (een kouter of een akkercomplex op de hoger gelegen gronden). Merendree telt twee kasteeldomeinen aan de Oude Kale. Typerend voor de Gentse buitengordel is de aanwezigheid van verschillende clusters van kasteeldomeinen, zoals te Vinderhoute, Drongen, Luchteren en Mariakerke. In het gebied zijn verschillende elementen van bouwkundig erfgoed aanwezig, vnl. boerderijen, landelijke bewoning, een windmolen, kapellen.
ID: 135388 | Landschappelijk geheel

Dikkelvenne (Gavere), Balegem, Scheldewindeke (Oosterzele), Velzeke-Ruddershove (Zottegem), Beerlegem, Dikkele, Meilegem, Nederzwalm-Hermelgem, Paulatem, Sint-Maria-Latem (Zwalm)
De kleinschalige vallei van de Munkbosbeek loopt centraal door dit gebied. Aan de rand van de vallei bevinden zich de kleinschalige dorpskernen van Paulatem, Beerlegem en Dikkele. Paulatem en Beerlegem bevinden zich op de overgang van de vallei en de hoger gelegen koutergronden. Dikkele bevindt zich meer in de vallei van de Munkbosbeek. Het kasteeldomein van Beerlegem is in de vallei van de Munkbosbeek, net stroomafwaarts Beerlegem, uitgebouwd. De oostelijke grens wordt gevormd door de Munkboshoeven met omgevend landschap, gelegen in het open gebied tussen de Munkbosbeek en de Schaapsveldbeek. Aan deze laatste beek grenst het Spiegeldriesbos, een restant van het vroegere Munkbos.
ID: 135389 | Landschappelijk geheel

Mendonk, Sint-Kruis-Winkel (Gent), Wachtebeke, Zaffelare (Lochristi), Eksaarde, Moerbeke (Lokeren), Sinaai (Sint-Niklaas), Kemzeke, Stekene (Stekene)
De Moervaartdepressie, met aan de noordelijke zijde de dekzandrug Verrebroek-Gistel en aan de andere zijde de langzamer hogerop hellende gronden en de Zuidlede als fysische grens, is de belangrijkste structuur in dit gebied. In de depressie komen zowel graslandcomplexen, boscomplexen als mozaïeklandschappen voor. Elk heeft zijn typerende ontginningsstructuur. De Moervaartdepressie is omwille van zijn laaggelegen gronden niet bebouwd geworden in historische tijden. Door het onbebouwd karakter van het gebied is het bouwkundig erfgoed voornamelijk gesitueerd aan de noordelijke en zuidelijke grens van het gebied, zoals Moerbeke en in het zuiden de Kruiskapel.