Resultaten erfgoedobjecten

< Ga naar zoekformulier

Resultaten erfgoedobjecten

124 resultaten


ID: 300010 | Landschappelijk element

De Maatjes (Den Helder)

Vissersstraat (Kalmthout)
De Maatjes bestaan uit een afwisseling van rietvelden en vochtige weilanden. In dit gebied komen nog relicten van turfwinning voor.


ID: 134080 | Landschappelijk geheel

Torfbroek en Ter Bronnen

Ahornbomenlaan, Eekhoornlaan, Egellaan, Fazantendal, Glimwormlaan, Kasteellaan, Lentelaan, Meerlaan, Neerstraat, Patrijzenlaan, Ter Bronnenlaan, Van Bellinghenlaan, Visserijlaan (Kampenhout)
Het natuurreservaat Torfbroek, Ter Bronnen (Zoet Water) en de verkaveling 'Les Eaux Vives' vormen historisch gezien één geheel van circa 130 hectare. Over het hele gebied komen relicten voor van de poging in de jaren 1930 om het Torfbroek tot een elitaire 'cité-jardin' om te vormen.


ID: 308950 | Landschappelijk element

Zwart Ven

Kasterlee (Antwerpen)
Het Zwart Ven, centraal gelegen in de Grote Heide, vormt een overblijfsel van de turfwinning in deze streek. Het ven wordt omgeven door uitgestrekte naaldbossen, aangeplant vanaf de tweede helft van de 19de eeuw.


ID: 135053 | Landschappelijk geheel

Heuvelrug tussen Lichtaart en Kasterlee

Kasterlee, Lichtaart (Kasterlee)
Het gebied ligt op de Kempische heuvelrug, die van tertiaire oorsprong is. Het zuidfront van de rug is op veel plaatsen afgegraven, om zand of ijzerzandsteen te winnen. Op de rug komen uitgestrekte stuifzandformaties voor, met ook enkele Laatglaciale paraboolduinen zoals de Hoge Mouw. Het landschap wordt gedomineerd door in de 19de en 20ste eeuw aangelegde dennenbossen. In het westen van dit gebied zijn de dennenbossen aangelegd op plaggenbodems, die daarvoor tot het traditionele akkerland van Lichtaart behoorden. De vele eikenrijen getuigen daar nog van. Bijzonderheden zijn de holle wegen, de karrensporen, het grillige eikenhakhout op de duintoppen van de Kabouterberg en de Zwarteberg, de grove dennen met ‘steltwortels’, de Duivelskuilen, de restanten van grafvelden uit de Metaaltijden, de Britse militaire begraafplaats en de het laatmiddeleeuwse gebruik als konijnenwarande.


ID: 135037 | Landschappelijk geheel

Vallei van de Kleine Kaliebeek

Lichtaart, Tielen (Kasterlee), Turnhout (Turnhout)
De valleien van de Kleine Kaliebeek en de Roeikensloop vormen, samen met de hoger gelegen ontginningen, een bijzonder goed bewaard relict van het oude Kempische cultuurlandschap. Op de hogere gronden verwijzen talrijke kleine landschapselementen en plaggenbodems vandaag naar dit vroegere landbouwgebruik. In de 19de eeuw werd in de vallei van de Kleine Kaliebeek en de Roeikensloop veel turf en moerasijzererts gewonnen. De plassen die daar het resultaat van waren, zijn nu vaak omgevormd tot vijvers. Het landschapsbeeld en de esthetische waarde van de vallei wordt bepaald door de kleinschaligheid en diversiteit (ruigten, broekbos en extensieve weilandjes, doorweven met houtwallen, bomenrijen, waterlopen en een deels onverhard wegennet). De vallei van de Kleine Kaliebeek staat in scherp contrast met het omgevende intensieve landbouwgebied.


ID: 135114 | Landschappelijk geheel

Broekelei

Keerbergen (Keerbergen)
De Broekelei, gelegen tussen Keerbergen en Rijmenam, ten noorden van de Dijle, is een paleomeander, gevormd door de Dijle. Sinds de 12de eeuw was de abdij van Grimbergen de belangrijkste grondbezitter. Twee zandige ophogingen, donken (Duivebergen en Kerkebergen), liggen in of net buiten de meander. De dalweg van de meander bestaat uit zeer natte kleibodems, waarop de mens aanvankelijk een beemdenlandschap ontwikkelde, dat in de 20ste eeuw voor de oprukkende populierenteelt plaats moest ruimen.


ID: 135300 | Landschappelijk geheel

Vijverbroek

Kessenich (Kinrooi)
Geografisch strekt het Vijverbroek zich uit op de vlakke dalbodem van de Maas waarin men het laagterras en, enkele meters lager, de alluviale vlakte kan onderscheiden. In het Vijverbroek komt een zeldzaam voorbeeld van een gaaf bewaarde verlande Maasmeander voor. De hoogst gelegen gronden in de omgeving van het Stokbroekhof zijn in gebruik als weide of akkerland. De Raam- en de Itterbeek vormen de overgang naar de verlaten maasmeander. In deze depressie komt een uitgestrekt hoefijzervormig veengebied met drijftillen voor, waarop zich één van de grootste en meest intakte grondwaterafhankelijke elzenbroekbossen en wilgenstruwelen met diverse trofiegradienten ontwikkelde. Onmiddellijk ten oosten van Kessenich bevindt zich een castrale motte aan het uiteinde van een kunstmatig opgehoogd voorhof, de Berg genoemd. Op de voorburcht staat de St.-Martinuskerk.


ID: 308999 | Landschappelijk element

Stamproyerbroek

Eikelenbosstraat, Fosheistraat (Kinrooi)
Het Stamproyerbroek is het laatste relict van een zone van vochtige heide en moerassen die zich uitstrekte over de gemeenten Hamont, Bocholt, Bree, Kinrooi, Tongerlo en Neeroeteren. Het gebied heeft bijgevolg een belangrijke natuurwetenschappelijke en esthetische waarde.


ID: 135164 | Landschappelijk geheel

Duin-polderovergang Ten Bogaerde

Koksijde (Koksijde), Veurne (Veurne)
Duin-polderovergang Ten Bogaerde omvat de bodemkundige grens en de graduele overgang tussen het duinfront en de polders. Door het actief stuiven van de duinen wordt achter dit front een zeer laag gelegen duinpanne gevormd. De percelen tussen het Langgeleed en de duinen vertonen microreliëf dat waarschijnlijk te wijten is aan de ontginning van zandige klei voor bakstenen. In de polders zorgt een netwerk van grachten voor de afwatering van dit zeer laag gelegen gebied naar het Langgeleed. De schoolhoeve Ten Bogaerde is in oorsprong een middeleeuwse abdijhoeve van Onze-Lieve-Vrouw Ter Duinen in Koksijde die het gebied ontgonnen hebben.


ID: 300255 | Landschappelijk geheel

Steilrand van het Kempisch Plateau van de Kikbeek tot de Asbeek

Lanaken, Rekem (Lanaken), Opgrimbie (Maasmechelen)
De steilrand van het Kempisch Plateau doorsnijdt het gebied en overbrugt een hoogteverschil van 40m. Verschillende beken dwarsen het talud en creëren een grillig patroon. De beekvalleien worden gekenmerkt door alluviale elzenbossen en venige broekbosjes en relicten van viskweekvijvers en watermolens. In de aanwezige bosbestanden is de fase van planmatige bosaanleg nog duidelijk herkenbaar aan het dambordpatroon van paden en brandgangen. Zowel in de heide als in de naaldhoutaanplanten komen enclaves wintereik voor onder de vorm van hakhout, beperkte struwelen, houtwallen en afzonderlijke stoven. Het Pietersembos was jacht- en productiebos van de heren van Pietersheim. Vlakbij ligt het middeleeuwse burchteiland met ruïnes en restanten van drie slotgrachten. In de uitgestrekte naaldbossen werden in de 20ste eeuw dankzij hun groene karakter preventoria en sanatoria opgericht.