Inventaris

Beekstraat 39-45 (Sint-Genesius-Rode)
Twee tegelijkertijd opgerichte villa's, tweewoonsten met een zeer vergelijkbare vormgeving in een sterk vereenvoudigde cottage-stijl, zijn gelegen op een groot en ondertussen rijkelijk beboomd terrein aan de Beekstraat. De villa's liggen een eindje van de straat en zijn toegankelijk via een private weg. Tuinaanleg met vijver, ballustrade, bruggen en tuinornamenten.

Beemd 41 (Sint-Genesius-Rode)
Conciërgewoning en bedrijfsruimte werden ontworpen als één geheel, volledig opgetrokken in wit geschilderde baksteen, opgericht in de jaren 1920 en ontworpen door Pol. Wenmaekers.

Begoniastraat 18-20 (Sint-Genesius-Rode)
Gespiegelde woningen in rode baksteen met elk twee bouwlagen en twee traveeën onder zadeldak, ontworpen in het begin van de jaren 1930.

Beukenlaan 17 (Sint-Genesius-Rode)
Monumentale modernistische villa ontworpen in 1938 en gelegen te midden van een omhaagde tuin.

Boesdaallaan 3 (Sint-Genesius-Rode)
Villa met kenmerken van de eenvoudige geometrische vormgeving die typisch is voor late art nouveau uit het begin van de 20ste eeuw, kadastraal geregistreerd in 1906.

Boesdaallaan 11, 11A (Sint-Genesius-Rode)
Villa met kenmerkende toren, gebouwd in het begin van de 20ste eeuw, latere uitbreiding in eigentijdse stijl ontworpen door architect Marc Corbiau.

Bosstraat (Sint-Genesius-Rode)
Pijlerkapel opgetrokken in rode en zwarte baksteen onder zadeldak, gebouwd na afbraak oudere kapel in 1980.

Bosstraat (Sint-Genesius-Rode)
Eenvoudige kapel met betraliede rondboognis, opgetrokken uit plaatselijke baksteen met dak uit imitatierots.

Bosweidelaan 9 (Sint-Genesius-Rode)
Complex gebouwd in verschillende fasen, Lourdesgrot in 1935, klooster met kapel naar ontwerp van Antoine en Michel Courtens in 1952, retraitehuis van dezelfde ontwerpers in 1960 en gemeenschapscentrum naar ontwerp van J.L. Franchimont in 1986.

Champellaan 27 (Sint-Genesius-Rode)
Moderne villa vooraan ingeplant op het perceel met naar de straat toe een erg gesloten karakter, ontworpen en gebouwd tussen 1966 en 1971 door Jean-Pierre Blondel en Odette Filippone.