Inventaris

Trooststraat 1-6, 7 (Vilvoorde)
Ingeplant in de schaduw van de Karmelietessenkerk. een rij huisjes met één verdieping en steil zadeldak (pannen), opklimmend tot de 17de eeuw.

Trooststraat 2 (Vilvoorde)
Deze eeuwenoude stichting vormt heden een ommuurde, beeldbepalende inplanting op de hoek met de Leuvensestraat. Het ensemble bestaat uit de kapel en aansluitend ten noordoosten het vierkante kloosterpand, met ten noorden aanhorigheden als de voormalige strijkplaats, washuis en schrijnwerkerij en een tuin ten oosten.

Vaartdijk 8-9, 10 (Vilvoorde)
Burgerhuizen met onregelmatige travee-indeling en drie bouwlagen onder zadeldak, op het kadaster ingetekend in 1915.

Vaartdijk 14 (Vilvoorde)
Baksteenbouw op natuurstenen plint, gemarkeerd door de combinatie van een neobarokke topgevel en een lijstgevel, in een medaillon in de top gedateerd 1926.

Vaartdijk 19 (Vilvoorde)
Villa met verspringende volumes van één à twee bouwlagen onder gecombineerde overkragende bedaking, aan de straatzijde met ijzeren hek, uit het eerste kwart van de twintigste eeuw.

Vaartstraat 12-16 (Vilvoorde)
Burgerhuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder gecombineerde zadeldaken, nummer 12-14 met neobarokke topgevel van 1927 en nummer 16 met neotraditionele trapgevel van 1930.

Vaartstraat 42 (Vilvoorde)
De heden nog bestaande ziekenhuisvleugel aan de Vaartstraat dateert van 1957 en werd gebouwd naar ontwerp van architect A. Minner, het voormalig mortuarium, gelegen ten noordoosten van deze vleugel is opgericht in 1933.

van den Vondelstraat (Joost) 25 (Vilvoorde)
Rijwoning met lijstgevel met benadrukte inkompartij en vlakverdeling van de gevel, naar ontwerp van Lucien Engels van 1958.

van den Vondelstraat (Joost) 49-51 (Vilvoorde)
Gelijkaardige rijwoningen met verdiepte inkompartijen en strak afgelijnde gevelcomposities, beide naar ontwerp van Lucien Engels in samenwerking met Roger De Winter.

van den Vondelstraat (Joost) 50 (Vilvoorde)
Rijwoning met als nis uitgewerkte inkom en zuivere vlakverdeling van de gevel, realisatie van Lucien Engels in samenwerking met Roger De Winter.