Resultaten erfgoedobjecten

< Ga naar zoekformulier

Resultaten erfgoedobjecten

19 resultaten


ID: 135056 | Landschappelijk geheel

Ontginningslandschap De Maatjes

Kalmthout (Kalmthout), Wuustwezel (Wuustwezel)
De Maatjes maakte eertijds deel uit van een uitgestrekt heidegebied. Vanaf de 14de eeuw startte onder impuls van de abdij van Tongerlo een grootschalige turfwinning. De relicten van deze turfwinning zijn een belangrijk kenmerk van de ankerplaats, met onder andere de moerassen van De Maatjes en Den Helder. Vanaf de 19de eeuw werden de hoger gelegen gronden ontwaterd en omgezet in cultuurgrond. Belangrijk zijn de kleinschalige landschapsstructuur, de talrijke lineaire landschapselementen en het structuurrijke grasland. Dankzij de afwezigheid van storende elementen kenmerkt de ankerplaats zich door een ongestoorde horizon.


ID: 300010 | Landschappelijk element

De Maatjes (Den Helder)

Vissersstraat (Kalmthout)
De Maatjes bestaan uit een afwisseling van rietvelden en vochtige weilanden. In dit gebied komen nog relicten van turfwinning voor.


ID: 135195 | Landschappelijk geheel

Molsbroek

Lokeren (Lokeren)
Het Molsbroek is een meersengebied aan de Durme; juist stroomafwaarts Lokeren gelegen. Tijdens de middeleeuwen werden langs de riviergeul van de Durme de dijken aangelegd en via sluizen zal men eeuwenlang de invloed van de getijden pogen te beheersen.


ID: 135190 | Landschappelijk geheel

Grote Kreek en Pereboomsgat

Moerbeke (Moerbeke), Wachtebeke (Wachtebeke)
De kreken Grote Kreek en Pereboomsgat zijn gesitueerd in het noorden van de gemeentes Wachtebeke en Moerbeke Waas. Het gebied maakt deel uit van het krekengebied van Overslag – Zuiddorpe, een overgangsgebied tussen een groter krekengebied dat zich verder uitstrekt naar het noorden en Zandig Vlaanderen in het zuiden. De Grote Dekzandrug Maldegem-Stekene, die zich net ten zuiden van het gebied bevindt, vormt een natuurlijke grens tussen deze gebieden. Het gebied wordt gekenmerkt door beboomde dijken en kreekrestanten waarvan de Grote Kreek en Pereboomsgat de meest opvallende zijn.


ID: 135131 | Landschappelijk geheel

Oostends Krekengebied met Sluiskreek, Zoutekreek en Grote Keignaertkreek

Stene, Zandvoorde (Oostende), Oudenburg (Oudenburg)
Deze ankerplaats bevat twee krekenstelsels: de Grote Keignaertkreek en de Zoute kreek en Sluiskreek. Het landschap wordt gestructureerd door de kreken en de aangrenzende komgronden. De Grote Keignaertkreek, Zoute kreek en Sluiskreek zijn ontstaan tijdens de overstromingsfase rond het beleg van Oostende aan het begin van de 17de eeuw doordat de duinen ten oosten van Oostende doorgestoken geweest zijn. Na het beleg van Oostende polderde men de overstroomde delen terug in, maar om de havengeul open te houden had men zogenaamde spoelpolders nodig om voldoende waterdynamiek te garanderen. Momenteel staan de kreken niet meer in rechtstreekse verbinding met de zee. Nabij de kreken en hun uitlopers komt eerder grasland (meestal weiland) voor, in de komgronden eerder akkerland. De kreken bevatten brakwater wat een typische flora met zich meebrengt.


ID: 135045 | Landschappelijk geheel

Hof van Coolhem en Het Moer bij Kalfort

Puurs, Ruisbroek (Puurs-Sint-Amands)
Het Kasteel van Kolem en de Moeren zijn gelegen in Puurs in Klein Brabant. Het hof van Kolmen, in het zuidwesten, bestaat uit een parkbos rondom een hoeve en schuur, eertijds afhankelijk van de St-Bernardsabdij van Hemiksem. Het grootste deel van de ankerplaats wordt bedekt door het beboste Moer, één van de drie grote moerassige laagten in Klein Brabant en een voormalig turfwingebied van de abdij dat sinds de 17de eeuw wordt gekenmerkt door een dicht stelsel van grachten en met hakhout beplante dammen. Door de hydrologische geïsoleerdheid van het gebied treft men er nog zuivere milieuomstandigheden aan. Overgangen van het ene vegetatietype naar het andere en het dichte patroon van grachten en dreven, maken het tot een esthetisch aantrekkelijk geheel. Langs de zuidrand zorgt het contrast van open akkerland met achterliggend bos voor een mooi zicht.


ID: 300279 | Landschappelijk geheel

Krekengebied Sint-Margriete en Sint-Jan-in-Eremo

Sint-Jan-in-Eremo, Sint-Margriete, Waterland-Oudeman (Sint-Laureins)
De ankerplaats is een open poldergebied opgebouwd uit pleistoceen dekzand afgedekt door een marien kleipakket. Op de zandruggen die het vlakke polderlandschap doorbreken liggen de dorpen ingeplant evenals de Graaf Jansdijk uit de 14de eeuw. De kreekrestanten met rietkragen, bomenrijen of graslanden zijn relicten van vroegere overstromingen. De polders werden ingedijkt in de 17de eeuw en worden gekenmerkt door een systematische ontginning in grote en regelmatige kavels.


ID: 135255 | Landschappelijk geheel

Jekervallei tussen Tongeren en Mal

Mal, Nerem, Tongeren, Vreren (Tongeren)
Ten zuiden van Blaar, tussen Tongeren en Mal, bevindt zich het Park van de Oostelijke Jeker, gelegen in de vallei van de Jeker met natte, alluviale gronden. Behalve de natuurlijke, veelal gekanaliseerde waterlopen zijn er nog talloze waterlopen die niet behoren tot het natuurlijke stoomstelsel. Deze werden aangelegd om het gebied te ontwateren. Het alluvium wordt gedraineerd door ontelbare ontwateringsgrachten die op hun beurt uitmonden in kleine kanaaltjes zoals de Vloedgracht, de Fluwijnensloot en de Flotsbeek. Het landschap van de Jekervallei wordt gekenmerkt door een afwisseling van hooilanden, drassige terreinen, moerassen en rietkragen, dit alles omzoomd door hoogstamboomgaarden, struwelen van els of wilg en populieren. De historische percelering is er grotendeels herkenbaar. In de vallei zijn verder de Blaarmolen en het kasteel Scherpenberg gelegen.


ID: 307750 | Landschappelijk geheel

Sombekebroek

Waasmunster (Waasmunster)
Het landschappelijk geheel ‘Sombekebroek’ omvat de voormalige polder Sombekebroek alsook delen van de voormalige polder Weymeerbroek. Het wordt in het oosten en het noorden begrensd door de oude spoorweg Sint-Niklaas-Dendermonde, in het zuiden door de Durme en in het westen door de wijk Wareslage. Het gebied bestond sinds de late middeleeuwen overwegend uit hooilanden (in de streek meersen genaamd) die ’s winters bevloeid werden met het slibrijke water van de Durme.