12 resultaten
ID: 300293 | Landschappelijk geheel
Assenede (Assenede)
Dit gebied omvat het krekengebied van Assenede dat één geheel vormt met het krekengebied van Zeeuws-Vlaanderen. Het betreft een aaneenschakeling van grote open polders ingedijkt in de 16de en 17de eeuw. Het gebied wordt doorsneden door een aaneenschakeling van kreken, dijken en extensief beheerde graslanden. De kreken manifesteren zich als open of half verlande waterplassen en/of laagten ingenomen door grasland die zich aftekenen in het akkerareaal. De rechtlijnige en hoekige dijken zijn noord-zuid georiënteerd en afgeboord met populieren. In de polder liggen verspreide vrijstaande boerderijen. De bewoning wordt gekenmerkt door verspreide vrijstaande boerderijen in de polder en rijnederzettingen met dijkhuisjes geënt op het tracé van de dijken. Gietijzeren grenspalen markeren de landgrens tussen Nederland en België en herinneren nog aan het smokkelverleden.
ID: 300287 | Landschappelijk geheel
Boekhoute (Assenede), Sint-Margriete, Watervliet (Sint-Laureins)
Inpolderingen uit de 17de en 18de eeuw deden het huidige geüniformeerd, vlak en open polderlandschap rond de Oesterput ontstaan. Het polderlandschap wordt gedomineerd door grootschalige akkers. De bewoning bleef schaars en beperkt tot historische rijnederzettingen en dijkhuisjes. De oorspronkelijke getijdengeulen zijn steeds verder verland maar de morfologie is nog herkenbaar aan de hand van het microreliëf in de graslandcomplexen. In de open polder zelf liggen enkele geïsoleerde hoeves die verantwoordelijk waren voor de ontginning van dit gebied. De Graaf Jansdijk werd opgericht op een pleistocene dekzandrug en vormt een natuurlijke grens tussen het relatief nieuwe polderlandschap en het houtland ten zuiden. Het Leopoldkanaal wordt gekenmerkt door hoge dijken met telkens een rij populieren en in het oosten de Notelaarsbrug.
ID: 135197 | Landschappelijk geheel
Kieldrecht, Verrebroek (Beveren), De Klinge, Meerdonk, Sint-Gillis-Waas (Sint-Gillis-Waas)
Het krekengebied van Kieldrecht en Meerdonk strekt zich uit tussen de dorpen Kieldrecht-Nieuw Namen in het noorden, tot aan de grens van de zandstreek Sint-Gillis-Waas en Vrasene in het zuiden, De Klinge in het westen. De kreken worden omgeven door rietgordel en liggen in een open agrarisch landschap met beboomde dijken.
ID: 300500 | Landschappelijk geheel
Dudzele, Koolkerke, Sint-Kruis (Brugge), Damme, Hoeke, Lapscheure, Oostkerke (Damme), Westkapelle (Knokke-Heist), Maldegem (Maldegem)
Dit gebied, 4.844 ha groot, bevindt zich in de kustpolders ten noordoosten van Brugge, aan weerszijden van de Damse Vaart. Het omvat het typische landschap van de Oostkustpolders langsheen de voormalige Zwingeul en nabij Dudzele, gekenmerkt door vlakke, open tot halfopen agrarische landschappen doorsneden door dijken, zoals de Romboutswervedijk, de Krinkeldijk, de Mostaertdijk (voorheen Greveningedijk), de Oude Sluissedijk, de Zuiddijk, de Branddijk en de Sint-Pietersdijk en kanalen, zoals de Lieve, de Damse Vaart en het Schipdonk- en Leopoldkanaal, die in vele gevallen geaccentueerd worden door opgaande bomenrijen, soms aangevuld met knotbomen en struwelen.
ID: 135129 | Landschappelijk geheel
Knokke, Westkapelle (Knokke-Heist)
Deze gebied omvat de kustduinen tussen Het Zoute en Cadzand-Bad met het slikken- en schorrengebied van Het Zwin en de aansluitende Zwinbosjes, het Koningsbos, de achterliggende Oude en Nieuwe Hazegraspolder, Willem-Leopoldpolder en de fortificaties van het Oud Fort Isabella en de Cantelmolinie.
ID: 307525 | Landschappelijk element
Kruibeke (Oost-Vlaanderen)
Geulen ontstaan als gevolg van een dijkdoorbraak langs de Schelde in 1715.
ID: 135201 | Landschappelijk geheel
Bazel, Kruibeke, Rupelmonde (Kruibeke)
De polder van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde ligt langs de linkeroever van de Schelde. De polder werd zeker in de 13de eeuw of vroeger bedijkt. Temidden het langgerekte gebied loopt de Barbierbeek dwars door de polder. Tot aan de herinrichting als gecontroleerd overstromingsgebied was de historische percelering goed zichtbaar. Welen en kreken langs de dijken laten zien dat er in het verleden meermaals dijkdoorbraken zijn geweest.
ID: 135133 | Landschappelijk geheel
Lombardsijde, Westende (Middelkerke), Nieuwpoort (Nieuwpoort)
Dit gebied strekt zich uit op de rechteroever van de Ijzer (havengeul) bij Nieuwpoort met inbegrip van het strand, het natuurreservaat Ijzermonding en de Sint-Laureinsduinen tot de bebouwing van Westende-Bad. Het gehele gebied ligt langs het vroegere Ijzerestuarium op een voormalig eiland die van het vasteland gescheiden was door een kreek die in de Ijzer uitmondde. Vóór de 12de eeuw ontwikkelde zich een duinenfront op dit schorrengebied wat bewoning mogelijk maakte. Het gebied omvat de sequentie van strand en duinen tot polder en een slikken- en schorrengebied nabij de monding. Het strand is gescheiden van de Sint-Laureinsduinen door een lage dijk, een restant van de Atlantikwall uit de Tweede Wereldoorlog.
ID: 135190 | Landschappelijk geheel
Moerbeke (Moerbeke), Wachtebeke (Wachtebeke)
De kreken Grote Kreek en Pereboomsgat zijn gesitueerd in het noorden van de gemeentes Wachtebeke en Moerbeke Waas. Het gebied maakt deel uit van het krekengebied van Overslag – Zuiddorpe, een overgangsgebied tussen een groter krekengebied dat zich verder uitstrekt naar het noorden en Zandig Vlaanderen in het zuiden. De Grote Dekzandrug Maldegem-Stekene, die zich net ten zuiden van het gebied bevindt, vormt een natuurlijke grens tussen deze gebieden. Het gebied wordt gekenmerkt door beboomde dijken en kreekrestanten waarvan de Grote Kreek en Pereboomsgat de meest opvallende zijn.
ID: 135131 | Landschappelijk geheel
Stene, Zandvoorde (Oostende), Oudenburg (Oudenburg)
Dit gebied bevat twee krekenstelsels: de Grote Keignaertkreek en de Zoute kreek en Sluiskreek. Het landschap wordt gestructureerd door de kreken en de aangrenzende komgronden. De Grote Keignaertkreek, Zoute kreek en Sluiskreek zijn ontstaan tijdens de overstromingsfase rond het beleg van Oostende aan het begin van de 17de eeuw doordat de duinen ten oosten van Oostende doorgestoken geweest zijn. Na het beleg van Oostende polderde men de overstroomde delen terug in, maar om de havengeul open te houden had men zogenaamde spoelpolders nodig om voldoende waterdynamiek te garanderen. Momenteel staan de kreken niet meer in rechtstreekse verbinding met de zee. Nabij de kreken en hun uitlopers komt eerder grasland (meestal weiland) voor, in de komgronden eerder akkerland. De kreken bevatten brakwater wat een typische flora met zich meebrengt.