Resultaten erfgoedobjecten

< Ga naar zoekformulier

Resultaten erfgoedobjecten

160 resultaten


ID: 135104 | Landschappelijk geheel

Vallei van de Velpe tussen Dalemse molen en Kortenaken

Attenrode, Bunsbeek, Glabbeek-Zuurbemde (Glabbeek), Hoeleden, Kersbeek-Miskom, Kortenaken, Ransberg (Kortenaken), Vissenaken (Tienen)
De Velp stroomt in de Demer nabij Halen en vloeit voor een deel evenwijdig met de Begijnenbeek en de Grote Gete. In de vallei zijn nog heel wat eeuwenoude landschapsstructuren zoals kleine percelen met knotwilgenrijen en houtkanten te bemerken. De Velp is de rivier die het water van zandlemig Hageland afvoert. In de vallei zijn nog enkele mooie watermolensites. In de tweede helft van de 19de eeuw werden op tal van plaatsen in het alluvium van de Velp de beemden omgezet in bos- of populieraanplantingen. Voorheen bestonden nog grote delen van de vallei uit open uitgestrekte beemden.


ID: 135376 | Landschappelijk geheel

Gaasbeek, Sint-Laureins-Berchem, Oudenaken en Elingen

Gooik, Kester, Leerbeek (Gooik), Halle (Halle), Gaasbeek, Sint-Kwintens-Lennik, Sint-Martens-Lennik (Lennik), Elingen, Pepingen (Pepingen), Oudenaken, Sint-Laureins-Berchem, Sint-Pieters-Leeuw, Vlezenbeek (Sint-Pieters-Leeuw)
Het landschapsbeeld dat kan afgeleid worden uit de Ferrariskaarten (1771-1777) sluit reeds goed aan bij het huidige landschap. De interfluvia werden toen ook reeds gekenmerkt door een open akkerlandschap. Alleen langs de grotere wegen waren er bomenrijen in dit open landschapscompartiment. De valleien vormden langgerekte groene linten, met weiden en enkele bosjes. Van de 10de tot de 13de eeuw greep de mens zeer sterk in in het Pajotse landschap. De ‘grote ontginningen’ zetten bos, heide en moeras om in vruchtbare landbouwgrond. Het kasteel van Gaasbeek vormde het centrum van het Land van Gaasbeek, horend bij hertogdom Brabant. Het kasteel van Gaasbeek werd omstreeks 1235 opgetrokken door de hertogen van Brabant. Het was een op een hoogte ingeplante en volledig omgrachte burcht die weerwerk moest bieden tegen de dreigingen van de graafschappen Vlaanderen en Henegouwen.


ID: 135378 | Landschappelijk geheel

Neigembos en Onze-Lieve-Vrouw Lombeek met de valleien van de Berchembos- en de Hunselbeek

Gooik (Gooik), Sint-Kwintens-Lennik (Lennik), Meerbeke, Neigem (Ninove), Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek (Roosdaal)
Het landschap wordt zeer sterk gedomineerd door van west naar oost verlopende getuigenheuvels. Het Neigembos is één van de toppen die de waterscheidingslijn vormen tussen het Dender- en Zennebekken. Het landschapsbeeld van eind 18de eeuw sluit goed aan bij het huidige landschap. Bomenrijen langs de wegen compartimenteren het landschap. De akkerlanden situeren zich bijna uitsluitend op wat men tot op heden als open leemkouters beschouwt.


ID: 307359 | Landschappelijk geheel

Maalbeekvallei ten westen van Grimbergen

Grimbergen, Meise (Vlaams-Brabant)
Dit gebied omvat de Maalbeekvallei tussen Meise en Vilvoorte, ten westen van Grimbergen. De Maalbeekvallei is hier nog goed bewaard als herkenbaar valleilandschap. Langs de Maalbeek bevinden zicht vier watermolens en een aantal typisch Brabantse hoeven. Het gebied omvat verder het Drietorenhof, het Spiegelhof, het Nekkerbos, de zone Nekkerbos-Potaarde is een relict van de kouters die rond Grimbergen uitstrekten. Verder zijn er verschillende holle wegen en taluds.


ID: 135074 | Landschappelijk geheel

Maalbeekvallei en gevarieerde cultuurlandschap ten oosten van Grimbergen

Beigem, Grimbergen, Humbeek (Grimbergen), Vilvoorde (Vilvoorde)
De ‘Maalbeekvallei en het gevarieerde cultuurlandschap ten oosten van Grimbergen’ omvat de kern van Grimbergen met de norbertijnenabdij en het Prinsenbos en de ruïne van het Prinsenkasteel, de vallei van de Maalbeek met drie watermolens en verschillende Brabantse hoeves, het vliegveld van Grimbergen en het Lintbos met aansluitend het Wezenhageveld. Ook enkele kasteeldomeinen waaronder het Lintkasteel en het relict van het Domein van Borcht met aangrenzend de Senecaberg zitten in de afbakening.


ID: 135033 | Landschappelijk geheel

Domein Krabbelshof, Lovenhoek en Krabbels Broek

Grobbendonk (Grobbendonk), Oostmalle (Malle), Vorselaar (Vorselaar), Pulderbos, Pulle (Zandhoven)
Domein Krabbelshof, Lovenhoek en Krabbelsbroek is een valleigebied dat nog heel wat kenmerken van het ‘oude landschap’ vertoont: dreven, bomenrijen, kleine percelen en typische natte weilanden langsheen de Molenbeek en Pulse Beek. Het beekdal van de Molenbeek-Pulse beek heeft nog vrijwel intacte structuurkenmerken. De winterbedding kent een nog overwegend extensief bodemgebruik, waardoor de beekdal-beekrelatie nog steeds aanwezig is. Het landschap vertoont een mooie afwisseling van laaggelegen valleigebied over hoger gelegen bosgebied naar open cultuurland met kleine landschapselementen. Het Krabbelshof is een prachtig domein met bossen, weilanden en een mooie dubbele toegangsdreef. De uitgestrektheid, de relatieve ongeschondenheid en de variatie in opbouw en structuur dragen bij tot de esthetische waarde van de ankerplaats.


ID: 135373 | Landschappelijk geheel

Samenvloeiingsgebied Kleine Nete en Aa met westelijke uitlopers van Kempische Heuvelrug

Grobbendonk (Grobbendonk), Herentals (Herentals), Vorselaar (Vorselaar)
Het gebied ‘Samenvloeiingsgebied van de Kleine Nete en Aa met de westelijke uitlopers van de Kempische Heuvelrug’ omvat de beekvalleien van de Aa en de Kleine Nete gelegen tussen de dorpskernen van Grobbendonk, Vorselaar en Herentals, het tussen beide rivieren hoger gelegen ‘interfluvium’ en de ten zuiden ervan gelegen gronden van de voormalige Britse militaire basis. De combinatie van de natte, open alluviale beekvalleien met de tussenliggende en aangrenzende hoger gelegen hoofdzakelijk beboste zandgronden zorgt voor een opvallende landschappelijke verscheidenheid. De ondergrond, de bodem, het reliëf en de waterhuishouding liggen aan de basis van dit nog vrij gaaf bewaard Kempisch landschap.


ID: 300160 | Landschappelijk geheel

Dal van de Kleine Nete tussen Nijlen en Grobbendonk

Grobbendonk (Grobbendonk), Nijlen (Nijlen), Pulle, Viersel (Zandhoven)
Het gebied omvat de vallei van de Kleine Nete tussen Viersel, Nijlen en Eisterlee. Centraal lopen de Kleine Nete als typische laaglandbeek met meanderend patroon en parallel de Kleine Pulse Beek en Laak. Het Netekanaal is een belangrijk relict van de kanalisatiegeschiedenis van de Kleine Nete en vormt de overgang naar de voormalige vloeibeemden van het Viersels Gebroekt. Hier stromen ook de Molenbeek en Kleine Beek te midden van de graslanden. In de Netevallei liggen oude graslanden, afgewisseld met concentraties akkerland en verspreide bospercelen. Op de pleistocene donken in de vallei en op de overgang naar de gehuchten op de valleirand liggen verspreide hoeves. Het landschap getuigt van de intense relatie tussen beek en beekvallei en de wisselwerking tussen natuur en menselijke activiteit die verschillende landschapstypes heeft opgeleverd.


ID: 300492 | Landschappelijk geheel

Dijlevallei tussen Wijgmaal en Haacht

Haacht, Tildonk (Haacht), Keerbergen (Keerbergen), Wilsele (Leuven), Rotselaar, Werchter (Rotselaar), Tremelo (Tremelo)
Het gebied strekt zich in het noorden uit van Haacht tot Wijgmaal bij Leuven. De Dijlebeemden bevatten nog sporen van meerdere paleomeanders. Dichter langs de Dijle liggen oeverwallen, ze liggen iets hoger en bestaan uit drogere grond, hier bevinden zich veelal akkers en bewoning langs smalle wegen. In de lager gelegen en nattere komgronden overheersen populierenaanplantingen en weilanden. Het verval van de Dijle was voldoende om talrijke watermolens op deze rivier te bouwen. Een goed voorbeeld hiervan is de Molen Van Doren. Ten westen van Werchter ligt de Craeneveldhoeve, een ruime omgrachte hoeve van het gesloten type, geïsoleerd ingeplant temidden van de akkers. Een anti-tankgracht werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door het gebied aangelegd.


ID: 300946 | Landschappelijk geheel

Slagveld van Halen

Lanciersstraat (Halen)
Het slagveld van Halen bevindt zich in het openruimtegebied ten westen van Halen in Limburg. Op 12 augustus 1914 kwam het daar tot een treffen tussen Belgische en Duitse troepen tijdens de doortocht van het Duitse leger door België, een week na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Aanleiding was de verkenning door de Duitse cavalarie naar de posities van het Belgische leger bij de Gete. Het slagveld omvat de locaties van de cavaleriecharges en de verdedigingsposities in wat als (één van) de laatste traditionele veldslagen de militaire geschiedenis zou ingaan. De slag demonstreerde hoezeer de rol van de traditionele cavalerie bij het begin van de 20ste eeuw was uitgespeeld.