10 resultaten
ID: 135366 | Landschappelijk geheel
Aartselaar (Aartselaar), Kontich (Kontich)
Het landschap wordt gevormd door drie kasteeldomeinen, omgeven door een relatief gaaf bewaarde landelijke omgeving. De open ruimte binnen dit gebied is hoofdzakelijk in landbouwgebruik. Het Groningenhof/Kontichshof is een waterkasteel gelegen in de Mandoerse beek, omgeven door een omhaagd landschapspark. De Lillaarschans/Lillaarhoeve is een neoclassicistich kasteeltje, eveneens met ovale omgrachting en beboomd park. Het kasteel Solhof werd voor het eerst vermeld in de 15de eeuw. De huidige site werd aangepast eind 20ste eeuw, doch de basisstructuur bleef bewaard. Naast deze drie kastelen liggen in het gebied verschillende hoeven en omringende landbouwgronden. Het kan gekarakteriseerd worden als een coulissenlandschap en in het zuiden de Pannenbossen met rabatten.
ID: 135066 | Landschappelijk geheel
Balen, Olmen (Balen), Lommel (Lommel)
Dit gebied is gelegen in Balen in de Antwerpse Zuiderkempen. Het betreft een kleinschalig gesloten landbouwlandschap, gelegen in een uitgestrekte alluviale vlakte die wordt gevormd door de meanderende Grote Nete en verschillende van haar zijlopen. In het noordwesten is er een overgang naar duinen. De langgerekte percelering, de houtkanten, grachten en greppels, alsook het wegenpatroon zijn allen sporen van de eeuwenoude antropogene invloed in dit al bijna 100 jaar relatief gaaf bewaard bleven. De vijvers in de ‘Eendenkom’ refereren naar hun vroeger gebruik als eendenkweekvijvers. Aan de Grote Nete in Balen liggen nog verschillende watermolens.
ID: 135067 | Landschappelijk geheel
Olmen (Balen), Kwaadmechelen (Ham), Meerhout (Meerhout)
Dit gebied, gelegen in de zuidelijke Kempen, op de grens van de provincies Limburg en Antwerpen wordt begrensd door het kanaal Dessel – Kwaadmechelen het Albertkanaal. Het kleinschalige valleilandschap wordt doorsneden door de Luikse Beek die het gebied ontwatert. Het weinig uitgesproken afhellend reliëf zorgt voor een gradiënt van venige naar ijzerhoudende moerasgronden waarin turf en ijzererts ontgonnen werd. Het gebied wordt gekenmerkt door een gevarieerd coulissenlandschap dat vooral in het zuidelijk deel gaaf is bewaard. De historische percelering is in dit kleinschalig cultuurlandschap nog intact en goed herkenbaar door de typische houtkanten op de perceelsgrenzen en afwateringsgrachten loodrecht op de beken. In het noordelijk deel werden vele percelen verlaten door landbouwers en heeft de vegetatie zich spontaan ontwikkeld tot elzen- en wilgenbroekbossen.
ID: 135142 | Landschappelijk geheel
Oedelem (Beernem), Assebroek (Brugge), Oostkamp (Oostkamp)
Dit gebied omvat het voormalige uitgestrekte en thans door talrijke bomenrijen doorsneden Beverhoutsveld met aansluitende graslanddepressie van de Assebroekse Meersen. Het gebied De Bergskes ligt meer verheven op een uitloper van de dekzandrug Maldegem-Stekene. De overgang tussen de dekzandrug en de achterliggende depressie gebeurt bruusk en is goed zichtbaar op het terrein. Ook landschappelijk komt hij goed tot uiting door het contrast tussen het eerder gesloten landschap op de dekzandrug (bebossing) en het half open meersengebied met veel perceelsrandbegroeiing en dominant graslandgebruik. Ver-Assebroek bestond vermoedelijk uit een ringwalsite uit de 11de-12de eeuw, nu staat op de site van het neerhof de kerk en het leenhof.
ID: 300138 | Landschappelijk geheel
Korbeek-dijle (Bertem), Huldenberg, Neerijse, Ottenburg, Sint-Agatha-Rode (Huldenberg), Heverlee (Leuven), Oud-Heverlee, Sint-Joris-Weert (Oud-Heverlee), Overijse (Overijse)
De ‘Valleien van Dijle en Laan ten zuiden van Leuven’ beslaat zo’n 2067 ha. Het gebied omvat de vallei van de Dijle stroomopwaarts van Leuven tot aan de grens met Wallonië in Ottenburg, en de vallei van de Laan, van haar monding in de Dijle tot aan de taalgrens in Tombeek. De Dijle is een rivier met oeverwallen en komgronden en met een nog bijna natuurlijke, sterk meanderende loop in een vaak kleinschalig beemdenlandschap met bosjes en struwelen. De aanwezigheid van water in rivieren en vijvers en een grote variatie aan vegetaties met botanische waarde karakteriseren deze valleien die ook ornithologisch van groot belang zijn. Doorheen de valleien vind je kastelen, speelhoven, priorijen en vierkantshoeves, maar ook industrieel-archeologisch relicten van oude spoor- en tramwegen en een sanatorium met modernistische architectuur en tuinaanleg.
ID: 135219 | Landschappelijk geheel
Elst, Zegelsem (Brakel), Sint-Kornelis-Horebeke, Sint-Maria-Horebeke (Horebeke), Sint-Blasius-Boekel (Zwalm)
Dit gebied omvat de bovenloop van de Perlinckbeek tussen Zegelsem en Sint-Blasius-Boekel waar het verval van de beek het grootst is met verschillende zijbeken. De dalbodem kent een sterk wisselende topografie met boog- en een vleugeldalen. De westelijke dalwand ligt voornamelijk onder akker en de meer steile oostelijke onder bos en graslandpercelen die met perceelsrandbegroeiing omzoomd zijn. De loop van het Perlinckbeek is gewijzigd ten gevolge van waterbeheersingswerken door de mens. In de vallei van de Perlinckbeek komen verschillende grote gesloten hoeves voor en de Perlinckmolen die teruggaat tot de 9de eeuw.
ID: 135296 | Landschappelijk geheel
Tongerlo (Bree), Kinrooi (Kinrooi), Neeroeteren (Maaseik)
De omgeving rond de Brand is gelegen in het grensgebied van de gemeenten Bree, Kinrooi en Maaseik. Ten noorden loopt de Itter- of Tongerlose Beek als een centrale as doorheen het gebied. Ten westen liggen op de Itter twee watermolens: de Keyaertmolen en Galdermansmolen. Het zwak tot zeer zwak golvend microreliëf is gevormd in een laag dekzand. Omwille van het zwak reliëf en de daarmee gepaard gaande gebrekkige ontwatering is het gebied van nature drassig. De langgerekte, smalle vennen ten noordoosten, Batven en Deunsven, ontstonden in bestaande beekdepressies. Om het gebied te ontwateren en in cultuur te brengen werd een veelheid van grachten en meestal kunstmatige zijbeken aangelegd. De site van het kasteeldomein De Oude Kuil is gevestigd op een drogere duinrug. Het relict-bocagelandschap wordt gekenmerkt door een fijnmazige mozaïek van graslandpercelen, brede houtwallen, houtkant
ID: 135339 | Landschappelijk geheel
Elen (Dilsen-Stokkem), Maaseik, Neeroeteren (Maaseik)
Het gebied strekt zich uit langs de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik. Het vlakke reliëf werd plaatselijk gediversifieerd door latere zandverstuivingen en de vorming van landduinen zoals bij Siemkensheuvel. De bedding van de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik werd waarschijnlijk gedurende de 13de en/of de 14de eeuw gegraven in functie van de Maaseiker stadswallen en de watermolens. Men treft in de westelijke helft van het gebied een kleinschalig oud cultuurlandschap op een plaggenbodem aan in het deelgebied Langeren en De Staart, met een grote dichtheid aan houtkanten, graslanden, akkertjes en geriefhoutbossen. Centraal in het gebied ligt de zogenaamde Tösch, een nat terrein met grote percelen ten zuiden van de Bosbeek. Een uitgestrekt gebied van weiden en akkers op een plaggenbodem bepaalt het uitzicht van het oostelijk deel van het gebied, genaamd Wurfeld.
ID: 135041 | Landschappelijk geheel
Itegem (Heist-op-den-Berg), Herenthout (Herenthout)
Dit gebied is gelegen in de Zuiderkempen op grondgebied van Herenthout en Itegem. Het betreft een afwisselend landschap met verschillende waterlopen met hun valleien, restanten van de oude perceelsstructuur en wegenpatroon, oude bossen, broekbossen, dreven en hooilanden die duidelijk de geschiedenis van dit gebied sinds de 18de eeuw weerspiegelen. De opvallende reliëfverschillen en de variatie in begroeiing doen een structuurrijk landschap ontstaan, waarin open en gesloten vegetaties elkaar afwisselen. De kasteeldreven die het landschap doorkruisen, zorgen, samen met de bomenrijen, voor filterwerking. Samen met het bouwkundige erfgoed, bestaande uit het dubbel omgrachte kasteel Herlaar, een goed bewaarde traditionele Kempense watermolen en de O.-L.-Vrouw-Hofkapel vormt dit een esthetisch aantrekkelijk landschap.
ID: 135338 | Landschappelijk geheel
Kinrooi, Ophoven (Kinrooi), Maaseik, Neeroeteren (Maaseik)
Het domein Jagersborg is gelegen op de grens tussen Maaseik en Neeroeteren. Het landschap behoort geomorfologisch tot het dekzandgebied ten noorden van Maaseik. Tot midden 19de eeuw nog maakte het gebied deel uit van een uitgestrekte heide- en moerasvlakte tussen de Itterbeek en de Bosbeek. Het gevarieerde landschap werd in de toenmalige landbouweconomie geëxploiteerd door begrazing met vee, het winnen van plaggen, strooisel en turf en het kappen van hout. Ten noorden tegen de Itterbeek kwamen wellicht reeds vroeger beemden voor, in gebruik als vochtig hooi- en weiland. In 1849 werd de hoeve Jagersborg gebouwd, die haar naam zou geven aan het bijhorende domein. Het is een gesloten hoeve van 1849, met boerenburgerhuis, schuur, stal en recente aanbouwsels tegen de achtergevel, die tijdelijk ook als herberg fungeerde.