Resultaten erfgoedobjecten

< Ga naar zoekformulier

Resultaten erfgoedobjecten

53 resultaten


ID: 135180 | Landschappelijk geheel

Vallei van de Wantebeek met Vorte Bossen, Slangenbos en Schoonbergbos

Aalter (Aalter), Ruiselede (Ruiselede)
Dit gebied strekt zich uit langs de Wantebeek op grondgebied van de gemeenten Ruiselede (West-Vlaanderen) en Aalter (Oost-Vlaanderen). Ze loopt van gehucht Doomkerke (Ruiselede) tot vóór de kaarsrechte weg tussen Ruiselede en Aalter. Het is een gevarieerd gebied gelegen op een cuesta. Er liggen zowel landbouwgronden als historische bossen. In de vallei van de Wantebeek zijn de gronden voornamelijk als weiland in gebruik. Centraal ligt het Schoonbergbos-Slangenbos, dit was in de 17de eeuw - na een eerste ontginning vóór de 12de eeuw - als bos in gebruik. Het rechthoekige ontginningspatroon van de daaropvolgende ontginning is bewaard gebleven. Ten zuiden van het bos bevindt zich een (mogelijk 12de-eeuwse) boswal. Het gebied wordt gekenmerkt door typische graslanden langs de Wantebeek in het zuiden en door natte en droge bossen en akkerlanden binnen het historisch drevenpatroon in het noorden.


ID: 300481 | Landschappelijk geheel

Kouterlandschap Kanegem met Neringbeek-Reigerbeekvallei

Poeke (Aalter), Vinkt (Deinze), Aarsele, Kanegem (Tielt)
Dit gebied wordt gekenmerkt door een afwisseling van open zandleemruggen en smalle beekvalleien gelegen op de flank van de cuesta van Tielt. In het gebied zijn een vijftal kouters terug te vinden, akkercomplexen uit de 7de-12de eeuw. De bebouwing was verspreid in grote hofsteden die elk hun eigen kouter bewerkten. De Sint-Baafskouter hoorde bij het Groot Goed ten Broucken, de tweede kouter bij het Kasteelhof van Hames, de Lindekouter bij Goed te Vlinderghem, de Eeckhoutmolenkouter bij de Eeckhoutmolen die in de 19de eeuw verloren ging en de Artemeerskouter bij de Artemeersmolen. De lagergelegen gronden langs de Neringbeek-Reigerbeek waren kleinschaliger en vooral ingenomen door graslanden. In het open kouterlandschap waren verschillende windmolens ingeplant.


ID: 135002 | Landschappelijk geheel

Demer- en Laakvallei tussen Aarschot en Werchter

Aarschot, Gelrode (Aarschot), Betekom (Begijnendijk), Rotselaar, Werchter (Rotselaar), Tremelo (Tremelo)
De Demervallei van Aarschot tot Werchter is een belangrijk open ruimtegebied van Vlaanderen. Binnen de vallei zijn vele kleine reliëfverschillen die gevormd zijn in de historische riviervallei. Ook zijn er verschillende zandige opduikingen waar reeds in de steentijd bewoning was en waar op enkele plaatsen hoeves en later kastelen zich op vestigden: hoeve Nieuwland, Kasteel Nieuwland, Kasteel van Rivieren, Rega’s hof en het Bruggenhof. Ten zuiden van de vallei liggen enkele Diestiaanheuvels.


ID: 135403 | Landschappelijk geheel

Poldergebied van Lampernisse en omgeving

Alveringem (Alveringem), Diksmuide, Lampernisse, Oostkerke, Oudekapelle, Sint-Jacobs-Kapelle (Diksmuide), Eggewaartskapelle, Zoutenaaie (Veurne)
Dit gebied omvat de poldergebieden met graslanddepressie van de zogenaamde Kom van Lampernisse, de Vlavlakte en de aansluitende kleine dorpskernen van Lampernisse, Zoetenaaie, Oostkerke, Sint-Jacobskapelle en Oudekapelle. Het uitgestrekte gebied met sinds de middeleeuwen in gebruik genomen polders met reliëfrijke graslanden en talrijke sporen van ontvening, kleiontginning en vroegere bewoning, vertoont een grote variatie in poelgronden en geulgronden. De site van het Leenhof Ter Wissche en de verdwenen kerken van Oostkerke en Zoutenaaie vormen bijzondere sporen van (vroeg-)middeleeuwse bewoning. Er komen ook nog meerdere oude hoeven met walgracht voor. De polder is doorsneden door talrijke vaarten en grachten. De Oude Zeedijk vormt een opvallend middeleeuws dijkrelict. De panoramische zichten bieden weidse vergezichten.


ID: 135372 | Landschappelijk geheel

Polder van Stabroek met overgangszone naar de Noorderkempen

Ekeren (Antwerpen), Kapellen (Kapellen), Hoevenen, Stabroek (Stabroek)
Het oostelijk deel van het landschap ligt in de zone waar de vruchtbare kleiïge poldergrond zich mengt met het zand van de Kempen. Van oudsher was het grondgebied van Kapellen iets hoger gelegen dan het omliggend land, dat vòòr het aanleggen van de polderdijken meermaals onder water liep. Mensen gingen zich uiteraard vestigen op deze hoger gelegen plaatsen, oa. langs de weg die Antwerpen met Bergen-Op-Zoom verbindt. Dit landschap dat dus op een hellend overgangsgebied gelegen is met deels zandgrond maar destijds ook deels veengrondgronden, maakt deel uit van het vanaf ongeveer 1250 voor landbouw ontgonnen gebied Hoevenen, Kapellen, Stabroek, Eertbrand en Putte. Het is het grootste aaneengesloten gebied dat ingericht werd volgens het systeem van de regelmatige hoevenstrokenverkavelingen.


ID: 135393 | Landschappelijk geheel

Schelde-Leie interfluvium

Anzegem (Anzegem), Huise, Kruishoutem, Nokere, Ouwegem, Wannegem-Lede (Kruisem), Heurne, Mullem, Oudenaarde (Oudenaarde), Waregem (Waregem), Moregem, Ooike, Wortegem (Wortegem-Petegem)
Dit gebied omvat een deel van de ‘Vlaamse Ardennen’ ten westen van de Schelde en vormt een onderdeel van het uitgestrekte Schelde-Leie interfluvium. De heuvelkammen liggen hier dominant in het landschap. De kouters zijn van elkaar gescheiden door beekvalleien. Kleinschalige dorpskernen liggen verspreid in het landschap. Hoeves, kasseiwegen en windmolens bepalen mee het beeld.


ID: 135069 | Landschappelijk geheel

Kobbegem en Bollebeek

Asse, Kobbegem, Mollem, Zellik (Asse), Brussegem (Merchtem)
Dit gebied is gelegen tussen Asse en Wemmel. Bollebeek en Kobbegem zijn zeer landelijke gehuchten rond enkele historische hoeves, aansluitend bij een open landschap. Het gebied wordt gekenmerkt door de alluvia van een aantal beken. Perceelsvormen bleven gedurende enkele eeuwen nagenoeg ongewijzigd. Bomengroepen, bomenrijen, taluds en houtkanten accentueren het landschap. Aan de rand van de drassige beekdalen vinden we talrijke bronnen.


ID: 300293 | Landschappelijk geheel

Krekengebied Assenede

Assenede (Assenede)
Dit gebied omvat het krekengebied van Assenede dat één geheel vormt met het krekengebied van Zeeuws-Vlaanderen. Het betreft een aaneenschakeling van grote open polders ingedijkt in de 16de en 17de eeuw. Het gebied wordt doorsneden door een aaneenschakeling van kreken, dijken en extensief beheerde graslanden. De kreken manifesteren zich als open of half verlande waterplassen en/of laagten ingenomen door grasland die zich aftekenen in het akkerareaal. De rechtlijnige en hoekige dijken zijn noord-zuid georiënteerd en afgeboord met populieren. In de polder liggen verspreide vrijstaande boerderijen. De bewoning wordt gekenmerkt door verspreide vrijstaande boerderijen in de polder en rijnederzettingen met dijkhuisjes geënt op het tracé van de dijken. Gietijzeren grenspalen markeren de landgrens tussen Nederland en België en herinneren nog aan het smokkelverleden.


ID: 300287 | Landschappelijk geheel

Scheldepolders rond de Oesterput met overgang naar de zandstreek

Boekhoute (Assenede), Sint-Margriete, Watervliet (Sint-Laureins)
Inpolderingen uit de 17de en 18de eeuw deden het huidige geüniformeerd, vlak en open polderlandschap rond de Oesterput ontstaan. Het polderlandschap wordt gedomineerd door grootschalige akkers. De bewoning bleef schaars en beperkt tot historische rijnederzettingen en dijkhuisjes. De oorspronkelijke getijdengeulen zijn steeds verder verland maar de morfologie is nog herkenbaar aan de hand van het microreliëf in de graslandcomplexen. In de open polder zelf liggen enkele geïsoleerde hoeves die verantwoordelijk waren voor de ontginning van dit gebied. De Graaf Jansdijk werd opgericht op een pleistocene dekzandrug en vormt een natuurlijke grens tussen het relatief nieuwe polderlandschap en het houtland ten zuiden. Het Leopoldkanaal wordt gekenmerkt door hoge dijken met telkens een rij populieren en in het oosten de Notelaarsbrug.


ID: 135377 | Landschappelijk geheel

Plateau van Duisburg

Bertem, Korbeek-dijle, Leefdaal (Bertem), Huldenberg, Loonbeek, Neerijse (Huldenberg), Heverlee (Leuven), Overijse (Overijse), Duisburg, Vossem (Tervuren)
Het leemplateau vormt een groot open landbouwgebied met geïsoleerde boskernen. Het plateau bestaat bijna uitsluitend uit akkers (kouterlandschap of zogenaamd open field landschap), terwijl de resterende oppervlakte wordt ingenomen door bosjes, holle wegen, bermen en graften. De valleihellingen hebben een overwegend gesloten karakter met bosjes, houtkanten en holle wegen. Met uitzondering van enkele beperkte zones van lintbebouwing langs de dwarswegen over het plateau ligt alle bebouwing aan de rand van het plateau. De dorpskernen zijn als een keten gelegen buiten het plateau, in de valleien, dwarswegen over het plateau verbinden de kernen in de valleien.