Resultaten erfgoedobjecten

< Ga naar zoekformulier

Resultaten erfgoedobjecten

59 resultaten


ID: 135190 | Landschappelijk geheel

Grote Kreek en Pereboomsgat

Moerbeke (Moerbeke), Wachtebeke (Wachtebeke)
De kreken Grote Kreek en Pereboomsgat zijn gesitueerd in het noorden van de gemeentes Wachtebeke en Moerbeke Waas. Het gebied maakt deel uit van het krekengebied van Overslag – Zuiddorpe, een overgangsgebied tussen een groter krekengebied dat zich verder uitstrekt naar het noorden en Zandig Vlaanderen in het zuiden. De Grote Dekzandrug Maldegem-Stekene, die zich net ten zuiden van het gebied bevindt, vormt een natuurlijke grens tussen deze gebieden. Het gebied wordt gekenmerkt door beboomde dijken en kreekrestanten waarvan de Grote Kreek en Pereboomsgat de meest opvallende zijn.


ID: 302886 | Landschappelijk geheel

Kesselse Heide-Het Goor

Kessel, Nijlen (Nijlen)
De Kesselse Heide-Het Goor bestaat uit een afwisseling van schraallanden, weiden, moerassen, waterplassen, omzoomd en doorkruist door gesloten landschapstypen, en bevat talrijke landschapselementen.


ID: 135131 | Landschappelijk geheel

Oostends Krekengebied met Sluiskreek, Zoutekreek en Grote Keignaertkreek

Stene, Zandvoorde (Oostende), Oudenburg (Oudenburg)
Deze ankerplaats bevat twee krekenstelsels: de Grote Keignaertkreek en de Zoute kreek en Sluiskreek. Het landschap wordt gestructureerd door de kreken en de aangrenzende komgronden. De Grote Keignaertkreek, Zoute kreek en Sluiskreek zijn ontstaan tijdens de overstromingsfase rond het beleg van Oostende aan het begin van de 17de eeuw doordat de duinen ten oosten van Oostende doorgestoken geweest zijn. Na het beleg van Oostende polderde men de overstroomde delen terug in, maar om de havengeul open te houden had men zogenaamde spoelpolders nodig om voldoende waterdynamiek te garanderen. Momenteel staan de kreken niet meer in rechtstreekse verbinding met de zee. Nabij de kreken en hun uitlopers komt eerder grasland (meestal weiland) voor, in de komgronden eerder akkerland. De kreken bevatten brakwater wat een typische flora met zich meebrengt.


ID: 135045 | Landschappelijk geheel

Hof van Coolhem en Het Moer bij Kalfort

Puurs, Ruisbroek (Puurs-Sint-Amands)
Het Kasteel van Kolem en de Moeren zijn gelegen in Puurs in Klein Brabant. Het hof van Kolmen, in het zuidwesten, bestaat uit een parkbos rondom een hoeve en schuur, eertijds afhankelijk van de St-Bernardsabdij van Hemiksem. Het grootste deel van de ankerplaats wordt bedekt door het beboste Moer, één van de drie grote moerassige laagten in Klein Brabant en een voormalig turfwingebied van de abdij dat sinds de 17de eeuw wordt gekenmerkt door een dicht stelsel van grachten en met hakhout beplante dammen. Door de hydrologische geïsoleerdheid van het gebied treft men er nog zuivere milieuomstandigheden aan. Overgangen van het ene vegetatietype naar het andere en het dichte patroon van grachten en dreven, maken het tot een esthetisch aantrekkelijk geheel. Langs de zuidrand zorgt het contrast van open akkerland met achterliggend bos voor een mooi zicht.


ID: 300127 | Landschappelijk element

Het Kijkverdriet

Kijkverdriet (Ravels)
Het Kijkverdriet wordt gekenmerkt door de afwisseling van een agrarisch gebied met bossen ten noorden, grasland en (broek)bossen in het westen. Het rectangulair kavelnet is een relict van de 19de-eeuwse ontginning van dit gebied.


ID: 300279 | Landschappelijk geheel

Krekengebied Sint-Margriete en Sint-Jan-in-Eremo

Sint-Jan-in-Eremo, Sint-Margriete, Waterland-Oudeman (Sint-Laureins)
De ankerplaats is een open poldergebied opgebouwd uit pleistoceen dekzand afgedekt door een marien kleipakket. Op de zandruggen die het vlakke polderlandschap doorbreken liggen de dorpen ingeplant evenals de Graaf Jansdijk uit de 14de eeuw. De kreekrestanten met rietkragen, bomenrijen of graslanden zijn relicten van vroegere overstromingen. De polders werden ingedijkt in de 17de eeuw en worden gekenmerkt door een systematische ontginning in grote en regelmatige kavels.


ID: 135255 | Landschappelijk geheel

Jekervallei tussen Tongeren en Mal

Mal, Nerem, Tongeren, Vreren (Tongeren)
Ten zuiden van Blaar, tussen Tongeren en Mal, bevindt zich het Park van de Oostelijke Jeker, gelegen in de vallei van de Jeker met natte, alluviale gronden. Behalve de natuurlijke, veelal gekanaliseerde waterlopen zijn er nog talloze waterlopen die niet behoren tot het natuurlijke stoomstelsel. Deze werden aangelegd om het gebied te ontwateren. Het alluvium wordt gedraineerd door ontelbare ontwateringsgrachten die op hun beurt uitmonden in kleine kanaaltjes zoals de Vloedgracht, de Fluwijnensloot en de Flotsbeek. Het landschap van de Jekervallei wordt gekenmerkt door een afwisseling van hooilanden, drassige terreinen, moerassen en rietkragen, dit alles omzoomd door hoogstamboomgaarden, struwelen van els of wilg en populieren. De historische percelering is er grotendeels herkenbaar. In de vallei zijn verder de Blaarmolen en het kasteel Scherpenberg gelegen.


ID: 307750 | Landschappelijk geheel

Sombekebroek

Waasmunster (Waasmunster)
Het landschappelijk geheel ‘Sombekebroek’ omvat de voormalige polder Sombekebroek alsook delen van de voormalige polder Weymeerbroek. Het wordt in het oosten en het noorden begrensd door de oude spoorweg Sint-Niklaas-Dendermonde, in het zuiden door de Durme en in het westen door de wijk Wareslage. Het gebied bestond sinds de late middeleeuwen overwegend uit hooilanden (in de streek meersen genaamd) die ’s winters bevloeid werden met het slibrijke water van de Durme.


ID: 300182 | Landschappelijk geheel

Het Vinne

Zoutleeuw (Zoutleeuw)
Het Vinne is een natuurlijke depressie, nagenoeg volledig omsloten door hellingen. Slechts op één plaats in het westen is de helling doorbroken en staat de Vinnedepressie via een smalle uitlaat in verbinding met de Getevallei. Op het breedste punt is het Vinne 1600m, op het smalste punt 900m. Een combinatie van de landbouwcrisis van de jaren 1840 en een negatieve perceptie ten aanzien van stilstaand water (mogelijke verzamelplaats van ziekteoverbrengende organismen) heeft ertoe geleid dat men in 1841 begon met de drooglegging van het enige natuurlijke meer van Vlaanderen. Er werd een pompgemaal aangelegd om het meer droog te leggen. In 2000 werd echter besloten het meer weer zijn “natuurlijke” aanzien terug te geven waardoor er nu terug een moerassig natuurgebied is.