De thematische inventarisatie van de bunkers van het Duitse hinterland kadert in het beleidsthema rond het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog. Op een systematische manier tracht het agentschap Onroerend Erfgoed sinds 2002 het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog te inventariseren en op te nemen in de Inventaris van het Onroerend Erfgoed. Bunkers en bunkerlinies vormen een belangrijk onderdeel van dit oorlogserfgoed. Hierbij is getracht alle bunkers van de Westhoek, het Duitse hinterland, de 'Hollandstellung', de 'Westabschnitt', de 'Südabschnitt', de 'Nordabschnitt' en de 'Turnhoutkanalstellung' in opeenvolgende projecten te inventariseren. De resultaten van deze inventarisatie kunnen door de diverse overheden gebruikt worden als beleidsinstrument. Op basis van deze systematische inventarisatie werd tevens overgegaan tot de bescherming van de meest waardevolle elementen van dit patrimonium.
De thematische inventarisatie van de bunkers van het Duitse hinterland vond grotendeels plaats tussen november 2012 en december 2014. Met het pakket ‘bunkers Duits hinterland’ worden die betonnen militaire constructies bedoeld, die tijdens de Eerste Wereldoorlog door het Duitse leger werden opgetrokken in West-Vlaanderen, behalve in de Westhoek of de ‘Hollandstellung’. De bunkers van de ‘Hollandstellung’ en de Westhoek zijn namelijk tijdens aparte projecten geïnventariseerd. Het project leidde tot de opname van ongeveer 170 bunkers en andere betonnen verdedigingswerken uit het Duitse hinterland in de Inventaris van het Onroerend Erfgoed. Op basis van de uitgevoerde inventarisatie werden 28 bunkersites uit dit Duitse hinterland in 2016-2017 met een bescherming gevat. Het betreft heel uiteenlopende bunkersites, die voornamelijk omwille van typologische of historische redenen uitzonderlijk waardevol zijn.
De bunkers werden individueel geïnventariseerd op basis van informatie die terug te vinden is in publicaties of door derden werd verschaft. Voor de interpretatie van een deel van de bunkers kon eveneens een beroep gedaan worden op gedegen studies door mensen die een expertise opbouwden rond dit oorlogserfgoed. Vele andere bunkers zijn louter beschreven op basis van militaire stafkaarten en luchtfoto's uit de Eerste Wereldoorlog en op basis van de bouwfysische kenmerken van de bunkers. Literatuur en archiefbronnen zijn namelijk erg fragmentarisch of moeilijk op te sporen, aangezien veel bronnen tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gingen. Onder meer door de improvisatie die bij de bouw van vele verdedigingswerken te pas kwam, werden er ook niet systematisch bronnen achtergelaten en vallen de constructies niet altijd gemakkelijk te interpreteren. De (huidige) inplanting van de constructies zorgt ervoor dat ze vaak niet of niet volledig zichtbaar zijn, wat de inventarisatie en interpretatie ervan bemoeilijkt. Er mag dus niet uitgesloten worden dat er ook nog in de toekomst bijkomende bunkers worden ontdekt of dat interpretaties moeten worden herzien.
De bunkers van het Duitse hinterland zijn opgetrokken in een zone, die nauw verbonden was met de frontzone. Het blijkt een heel divers gamma aan bunkerontwerpen te zijn die deel uitmaakten van uiteenlopende linies. In deze regio dichtbij het front dienden de stellingen steeds weer opnieuw aangepast te worden naargelang het verloop van de oorlog. Van een algemene, doorgedreven standaardisatie is er geen sprake, hoewel er een zoektocht naar efficiënte bunkertypes gaande was.
Algemeen kan gesteld worden dat de bunkers uit het Duitse hinterland in de eerste plaats een culturele waarde hebben als getuigen van de Eerste Wereldoorlog, een internationale gebeurtenis bij uitstek. West-Vlaanderen was het strijdtoneel waar honderdduizenden mannen van heel verscheiden afkomst vochten en hun leven lieten. Tot op vandaag wordt deze oorlog internationaal herdacht. Deze bunkers hebben een historische waarde omdat ze het resultaat zijn van een gekozen militaire strategie. Vele verdedigingswerken in het Duitse hinterland speelden een specifieke rol tijdens een slag of gevecht, zoals tijdens het geallieerde Bevrijdingsoffensief, toen de geallieerden er in slaagden de Duitsers uit de frontzone te verdrijven. Sommige bunkers kunnen heel specifiek in verband gebracht worden met een bepaalde eenheid en/of een bepaalde persoon, dankzij militaire verslaggeving, een beschrijving in een dagboek, een tekening, enzovoort. Inscripties die op de bunker terug te vinden zijn, kunnen informatie geven over de bouwers of de bezetters van de constructie of het jaartal waarin de constructie werd opgericht.
Een verdedigingswerk kon één of meerdere functies innemen: onderkomen voor manschappen (schuilplaats), medische post, observatiepost, mitrailleurpost, commandopost, post voor luchtafweergeschut, seinpost voor lichtsignalen, enzovoort. Deze functies konden evolueren naargelang het oorlogsverloop, de ligging in het landschap, de afstand tot het front, bouwkundige en functionele kenmerken. De toegepaste typologische kenmerken en de bouwwijze (bijvoorbeeld gebruik van geprefabriceerde betonstenen) genereren bij veel constructies een architecturale waarde.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Inventarisatie bunkers in het Duits hinterland (West-Vlaanderen) [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1032 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.