De eigenlijke opgraving liep van mei 2015 tot oktober 2016. Er werden twee zones opgegraven, met name werkput één ter hoogte van de nieuw te bouwen stuw en werkput twee gelegen ten zuidwesten hiervan, in de toekomstige vaargeul. De bodem voor de Romeinse fase bestond uit een dikke veenlaag, na de Romeinse periode was er geen sprake meer van veenvorming maar werden wel dikke klei-pakketen afgezet. De afgraving van het opgehoogde pakket (eenheid XV), de bovenste 100cm, werd zoals voorgeschreven in het bestek zonder archeologische controle verwijderd door de aannemer van de bouwwerken. Vervolgens werd vanaf eenheid XII, de afdekkende compacte klei net boven de veenlaag onder continue archeologische begeleiding afgegraven. De aanpak van deze opgraving was in werkput één als volgt:
1) Verkenning: In Werkput één werden na het opkuisen van het vlak in een verspringend drie meter-grid, testvakken uitgezet van een kwart vierkante meter.
2) Opgraven: Deze testvakken werden dan opgegraven werden in artificiële niveaus van vijf centimeter (eerste vier niveau's).
3) Zeven: Het uitzeven zelf gebeurde op maaswijdte twee millimeter aan twee zeefbassins met een verzinkgedeelte. Bij het aantreffen van dierlijk bot werd vanwege de verwachte visresten ook op één en een halve millimeter gezeefd.
4) Drogen: Dit gebeurde in drie droogcontainers, voorzien van rekken aan de wanden.
5) Waarderen: De vondsten werden door twee archeologen bekeken, geëvalueerd en ingegeven in de database.
6) Maken kaarten, evalueren en aansturen: Op basis van de ingevoerde data konden dagdagelijks eenvoudige verspreidingskaarten gemaakt worden.
7) uitdiepen: Op basis van deze kaarten werd de opgravingszone van werkput één onderverdeeld in uiteindelijk drie zones. Bij het afgraven van de afdekkende sedimenten van deze werkput werden binnen deze zones lange coupes open gelaten of uitgegraven. Deze verliepen in grote lijnen zowat loodrecht op de huidige Schelde. In het bovenste gedeelte van de mechanische afgraving werden telkens twee lange parallelle profielen open gelaten. Ze begrensden de zones 1, 2 en 3. Deze verticale opeenvolging van de profielen bood de mogelijkheid de stratigrafie van de kleiige sedimenten in het gebied te bestuderen. De steentijdopgraving of het opgraven in kwart vierkante meter verliep in putten van 5 bij 5 meter die onderverdeeld waren in 100 eenheden van een kwart vierkante meter. Het met de schop opgraven in artificiële niveaus van 5centimeter verliep steeds volgens een vast stramien. Eens een bepaald niveau binnen een zone volledig was opgegraven, werd het vlak met een gps- toestel ingemeten en geregistreerd waarna de volgende honderd vakjes werden uitgezet. Dit proces werd herhaald tot het niveau waarop er quasi geen artefacten meer werden geattesteerd. Na het afwerken van de zone werden tenslotte de vier zijden geregistreerd.
Op deze manier werden zones die in aanmerking kwamen voor verder onderzoek afgebakend en ook volledig opgegraven. Deze methode miste echter de kleinste clusters en dus ging men in WP2 over tot het direct opgraven van een volledig vlak.
Deze methode werd aangevuld met zaken als pollen-, (36 monsters) dendrochronologisch-, (25 monsters) koolstofdateringen-, diatomeeën-, moluskenonderzoek die later verwerkt en gedateerd werden.
Auteurs: Sergant, Joris Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: GATE
Bron: SERGANT J. et al. 2018: Kerkhove 'Stuw'. Verslag van de opgraving en analyses van werkput 1 en 2 (2015-185) – Deel 1, Gent. Type: literatuur Datum: Toelichting: Eerste deel van het verslag van de opgraving en analyses van werkput 1 en 2.
Bron: SERGANT J. et al. 2016: Opgraving van een mesolithische wetlandsite te Kerkhove ‘Stuw’ (Avelgem, West-Vlaanderen, BE). Eerste resultaten, Notae Praehistoricae 36, 47-57. Type: literatuur Datum:
Bron: SERGANT J., JACOPS J., LALOO P., DECONYNCK J., CRUZ F., STORME A., ALLEMEERSCH L., ALUWÉ K., VANDENDRIESSCHE H., NOENS G., MIKKELSEN J., RENIERE S., ROZEK J., VERBRUGGHE G., DE CLERQ W., CROMBÉ Ph. 2019: De Schelde-oversteek van de weg Bavay-Aardenburg te Kerkhove. Multidisciplinair onderzoek naar Romeinse sporen in het Scheldealluvium (W.Vl.), in Signa, 8, 149-160. Type: literatuur Datum:
Bron: SERGANT J. et al. 2018: Kerkhove 'Stuw'. Verslag van de opgraving en analyses van werkput 1 en 2 (2015-185) – Deel 2, Gent. Type: literatuur Datum: Toelichting: Tweede deel van het verslag van de opgraving en analyses van werkput 1 en 2.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Opgraving Werkput 1 en 2 Kerkhove Stuw [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1071491 (geraadpleegd op ).