De advieszone voor verder onderzoek omvatte het zuidelijke gedeelte van het plangebied en had een oppervlakte van ca. 3800m². Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden sporen en vondsten aangetroffen die wijzen op een occupatie gedurende de metaaltijden. Gezien de sterke clustering van deze sporen, in voornamelijk sleuven 4 en 7, en de zeer hoge verstoringsgraad in het noordelijke deel van het terrein, werd de advieszone voor verder onderzoek gelimiteerd tot de zuidelijke terreinhelft.
Het onderzoek werd uitgevoerd conform de Code van Goede Praktijk. Aangezien alle metingen gebeurden met een GPS-aangestuurd systeem met precisie van 1cm, werd voorafgaand het veldwerk geen hoofdmeetsysteem aangelegd. De teelaarde, het aangelegde vlak, de sporen en de storten werden onderzocht met een metaaldetector van het type XP Deus, dit leverde geen relevante archeologische vondsten op. De opgravingszone werd ingedeeld in 5 werkputten.
Bron: Acke B., Bracke M., Fonteyn P., Hagen J. & Wyns G. 2019: Eindverslag Wingene Eikenstraat. Verslag van Resultaten. Moerbeke-waas: Acke & Bracke bvba. Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba