Er werd één opgravingsvlak aangelegd. Dit vlak situeerde zich op een diepte tussen 0,5 m en 1 m onder het maaiveld, afhankelijk van de dikte van de antropogene A-horizont. Enkel in de derde werkput werd een tweede vlak aangelegd in een deel van de werkput, om de leesbaarheid van de sporen te verbeteren. De aangelegde vlakken werden integraal manueel opgeschoond en digitaal ingetekend.
Het vlak en ieder spoor werd met de metaaldetector geprospecteerd. Ook de storthopen van de opgraving werden met een metaaldetector onderzocht. Er werd een metaaldetector gebruikt die het volledige spectrum aan archeologische metalen kan detecteren. In totaal 25 werden metaalvondsten aangetroffen.
Bron: De Winter N., Augustin S. & Cammaer C. 2019: Eindverslag Molenbeersel, Scheurestraat. Ontwikkeling van een verkaveling, ARON rapport 660. Tongeren: ARON bvba. Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba