Omwille van veiligheidsredenen werd een kleine buffer tussen de bestaande bebouwing en de werkput behouden. Daarnaast werd gebouw C niet verder onderzocht omdat het ondertussen opgenomen is in een gebied waar geen archeologie te verwachten valt (GGA). In totaal werden er vijf werkputten aangelegd. Nadat een werkput was afgewerkt, werd deze gedicht en werd een nieuwe werkput aangelegd. Op deze manier werd een minimale hinder voor de voortgang van de werken gegarandeerd. De zone ten westen was reeds verstoord door de aanvang van de sloopwerken. Bijgevolg kon deze zone niet meer onderzocht worden.
Alle profielen en de gemaakte coupes werden ingetekend op schaal 1/20ste en gefotografeerd en beschreven volgens de code goede praktijk. Alles werd digitaal ingemeten met een GPS toestel. De sporen en muren werden apart genummerd. Bij de aanleg van de eerste werkput werd het nummer 1 toegekend aan de werkput. Nadat deze werkput gedicht werd, werd een nieuwe werkput aangelegd met een opeenvolgende nummering.
Bron: Praet M., Pype P. & Coenaerts J. 2019: Archeologische evaluatie van het bodemarchief te Gent, Groene briel 1. Eindverslag, ABO Archeologische Rapporten 553. Gent: ABO. Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV