Belgian Aviation History Association Archaeology Team vzw (BAHAAT) Ruben Willaert nv
Beschrijving
Specifiek voor het opgraven van vliegtuigwrakken dient, conform het verouderde ¨Protocol Luchtvaartarcheologie” de archeoloog bijgestaan te worden door ervaren specialisten die meehelpen bij het herkennen en identificeren van de restanten.
Omdat er zich reeds grote onderdelen net onder de teelaarde bevonden werd de vooropgestelde strategie reeds snel bijgesteld. Na aanleg van het eerste vlak en registratie van de inslagkrater en andere omliggende sporen werd eerst gepoogd om vlaksgewijs te verdiepen. Dit bleek echter reeds snel niet zo ideaal. Daarom werd het vliegtuig van één zijde benaderd. Op basis van de locatie van de rubberboot- die bij een Lancaster steeds in de rechtervleugel is opgeborgen- kon bepaald worden wat de onderkant van het vliegtuig was. Aan deze zijde was de bewegingsruimte het grootst waardoor beslist werd om hier- parallel aan de spanwijdte van het toestel- te gaan verdiepen naast de eigenlijke romp. Zo kon het toestel zijdelings worden benaderd en werd minder schade berokkend aan de brokstukken. Om het ruimtelijke overzicht van de vondstlocaties niet te verliezen werden alle herkenbare stukken nog steeds ingemeten met het GPS-toestel.