Voorafgaand aan het proefputten- en proefsleuvenonderzoek werd de bovenbouw van de bestaande gebouwen verwijderd. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden drie 1,80m brede sleuven gegraven conform het programma van maatregelen van de bureaustudie. Enkel in het uiterste zuiden van sleuf drie diende licht te worden afgeweken van het vooropgestelde plan omwille van de aanwezigheid van regenputten.
Uit de proefsleuven en profielputten bleek dat het zuidelijk, en dan vooral het zuidwestelijk deel van het plangebied maximaal 2m is opgehoogd tot ca. +35.89mTAW met uitzondering van het uiterste zuiden, waar zich een oprijlaan bevindt op ca. +34mTAW.