De resultaten van het voorgaande bureauonderzoek en het landschappelijk bodemonderzoek hadden aangetoond dat het plangebied een behoorlijk archeologisch potentieel bevatte. De uitvoering van het proefsleuvenonderzoek had met zekerheid één archeologische vindplaats uit de vroege ijzertijd gelokaliseerd, dat slechts met een opgraving geëxploiteerd kon worden.
Het blootleggen van de advieszone liep verspreid over vier en een halve dag. De kraan werd steeds begeleid door de archeologen, het vlak werd opgeschaafd. Daarna werd het terrein vlakdekkend onderzocht. Alle sporen kregen een uniek nummer, zijn gefotografeerd, beschreven in een database en ingemeten met een GPS-toestel. De relevante sporen zijn gecoupeerd, waarna ook de doorsnede is ingemeten en getekend en in sommige gevallen werden staalnames van de resterende helft genomen. In sommige gevallen werd het volledige spoor in bulk verzameld.