Er is een vlakdekkende opgraving uitgevoerd op basis van de resultaten van het onderzoek op de aanpalende percelen. Het projectgebied bleek echter reeds verstoord tot diep in de C-horizont. 65% van het onderzoeksgebied, in het zuidelijk en oostelijk deel, bleek reeds verstoord te zijn. Hier kon een afgraving en ophoging met vermengde grond met puin worden vastgesteld. In het noord en westelijk deel werd nog de bovenkant van de C-horizont aangetroffen. Hier konden twee dieperliggende sporen worden geregistreerd samen met enkele natuurlijke sporen en verstoringen. Door het aanleggen van 6 terreindekkende bodemprofielen kon de omvang en diepte van de verstoring en het bewaarde deel worden vastgesteld. De profielen tonen duidelijk aan dat er geen A en B-horizont meer bewaard is. 4 profielen tonen een technosol op de natuurlijke bodem. In 2 profielen is sprake van een vergraven A/B horizont met een afgetopte/beschadigde top van de C-horizont, waardoor de dieperliggende sporen nog bewaard zijn. Er werden geen stalen genomen wegens het ontbreken van relevante contexten en door de hoge graad van verstoring van het opgravingsvlak. Er is slechts een beperkt aantal vondsten vastgesteld.
Bron: COENAERTS J., PYPE P. & PRAET M. 2020: Archeologische opgraving langs de Molenweg 109 te Willebroek (Prov. Antwerpen), ABO archeologische rapporten 1258, Gent. Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV