De vlakdekkende opgraving volgde op een positief proefsleuvenonderzoek. Het onderzoeksterrein (15330m²) werd opgedeeld in 12 werkputten. In het noordwesten van het terrein werd een deel buiten de contour van het onderzoeksgebied vrijgelegd. Er werd een gebouwplattegrond vastgesteld die zich mogelijk nog verder uitstrekte buiten de vastgelegde contour van het onderzoeksgebied. Langs de noordelijke en westelijke grenzen van het onderzoeksgebied konden enkele meters niet worden opgegraven wegens de aanwezigheid van bomen, alsook asbest dat diende verwijderd te worden. . Er werden 56 bodemprofielen geregistreerd. Op het terrein is een droge zandbodem aanwezig, met aan de noord- en oostrand van het terrein een meer natte ondergrond. De aangelegde profielen vertonen min of meer een gelijkaardige bodemopbouw, met slechts kleine onderlinge verschillen. Het gaat om een overwegend Aap-A/C-C en af en toe Aap-B/C-C-profiel. In totaal werden er 494 sporen geregistreerd (Figuur 9 t.e.m. Figuur 12), waarvan 34 sporen natuurlijk van aard bleken (boomvallen, mollengangen of restanten van boomwortels die op paalsporen leken, …). De antropogene sporen omvatten paalsporen, kuilen, waterputten, waterkuilen, grachten, greppels, ploeg- en spitsporen, restanten van zandwinning en (recente) verstoringen. Het vlak bevond zich op een diepte die varieerde van 42 tot 90 cm onder het maaiveld of op een hoogte van 5,37 m TAW in het westen en oosten tot 6,14 m TAW centraal binnen het onderzoeksgebied. Het terrein loopt af in (noord)oostelijke en (noord)westelijke richting. DEze sporen zijn gedateerd in de midden ijzertijd, de volle middeleeuwen, de late middeleeuwen en nieuwe tot nieuwste tijd. Meerdere stalen werden genomen voor radiokoolstofdateringen (houtskool, een tak, constructiehout van de waterputten), dendrochronologie (constructiehout van de waterputten) en pollenonderzoek (bemonstering van de waterputten en kuilen) en macrorestenonderzoek (bulkmonsters uit waterputten en kuilen). Er vond geen selectie plaats van de vondsten. Deze omvatten fragmenten aardewerk, glas, metaal en organisch materiaal (bot, hout). Het aardewerk is onder te verdelen in vaatwerk, bouwmateriaal en andere (bv. huttenleem). Er zijn vondsten aangetroffen die we dateren in de metaaltijden, de middeleeuwen en de nieuwe tot de nieuwste tijd.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: All-Archeo bv