Het onderzoek is het gevolg van het plan om de conventen op het plangebied om te vormen tot verschillende woningen. De gebruikte opgravingsstrategie is afhankelijk van de soort ingreep in de bodem.
De afgebakende zones waar clusters met septische putten worden aangelegd worden beschouwd als opgravingen van sites met complexe verticale stratigrafie. De afgebakende zones omvatten volledig te onderzoeken opgravingsputten.
De heraan te leggen vloerniveaus worden integraal opgegraven – tot op een diepte van 25 cm. De belangrijkste aandachtspunten hierbij zijn de registratie van alle verschillende vloerniveaus (met absolute en relatieve datering en chronologie), het opsporen van verdwenen bouwelementen (mogelijk voor oudere bouwfasen) en het opsporen van mogelijke sporen die het begijnhof voorafgaan.
Er werden 4 werkputten aangelegd voor een totale oppervlakte van 25 m².