De opgraving werd uitgevoerd tussen 24 september en 29 oktober 2018, volledig conform de werkwijze en strategie zoals beschreven in de Nota ID5896. Er zijn ook geen afwijkingen ten opzichte van de CGP. De opgraving te Kaprijke Voorstraat is zoals aangegeven in vier verschillende zones opgedeeld. Deze zones zijn afhankelijk van de grootte onderverdeeld in werkbare werkputten. Zo bestaat zone 1 uit de oost-west georiënteerde werkputten 11, 12 en 13. Zone 2 bestaat uit de noord-zuid georiënteerde werkputten 21, 22 en 23. Zone 3 bestaat uit slechts één werkput, genaamd werkput 3. Tot slot bestaat zone 4 uit de oost-west georiënteerde werkputten 41, 42, 43, 44 en 45. Gezien de densheid en aard van de sporen werden bijkomend twee proefsleuven ter controle aangelegd tussen zone 2 en 4. Deze zijn werkputten 51 en 52 genoemd. Dit is gebeurd op advies van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Ter hoogte van een sporenconcentratie in werkput 44 is daar lokaal ook uitgebreid om een eventuele structuur volledige bloot te kunnen leggen. Dit resulteerde in een bijkomende aangelegd oppervlakte van 90 m2. Een werkput werd telkens in twee fasen afgegraven, waarbij de gronddump parallel aan de aangelegde werkput tijdelijk werd gestockeerd. In eerste fase werd de bovengrond verwijderd, waarna het tussenvlak met metaaldetectie is afgezocht. Deze vondsten zijn alle ingemeten als puntvondst. In een tweede fase werd tenslotte het archeologisch vlak aangelegd. Bijkomend startte het gravend onderzoek (couperen) pas wanneer de volledige werkput afgegraven was tot op het archeologisch niveau, zodat de aanwezige sporen ruimtelijk voldoende geïnterpreteerd konden worden. Alle grote paalkuilen, behorend tot de woonstructuren, werden volgens de kwadrantmethode gecoupeerd, zodoende alle informatie te vergaren en faseringen en oversnijdingen te kunnen waarnemen. Uit elke structuur en van enkele paalkuilen zijn monsters genomen voor verder natuurwetenschappelijk onderzoek. Het mogelijk graf uit het vooronderzoek is integraal bemonsterd en meegenomen. Ter hoogte van de drie waterputten werd enkele dagen grondbemaling geplaatst vooraf aan het gravend onderzoek (couperen). De waterputten zijn bemonsterd.