Een zone van 2660m² van een plangebied van 9 640m² werd vlakdekkend opgegraven. Voor de aanleg van de verschillende werkputten werd gebruik gemaakt van een rupskraan met een vlakke graafbak van 1,8m breed. Het graafwerk is zo uitgevoerd dat de teelaarde gescheiden bleef van de onderliggende horizonten. De kraan werd tijdens het graafwerk opgevolgd door een team archeologen. Er werd op toegekeken dat het juiste archeologische niveau werd bereikt. Tevens werd het vlak manueel opgeschaafd om de leesbaarheid te optimaliseren. Teneinde een goed beeld te krijgen van de bodemopbouw werden verspreid over het terrein ook vier korte bodemprofielen geregistreerd. Deze zijn op dezelfde wijze als de spoorcoupes vastgelegd.