Gebeurtenis

Opgraving Vlasmarkt 1-9

radiokoolstofdatering, archeologische opgravingen
ID
1073117
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1073117

Beschrijving

Er werden machinaal zes archeologische vlakken aangelegd. In twee vlakken werd bijkomend plaatselijkhandmatig verdiept. Het laatste archeologische vlak bevond zich net op de diepte van 3,5 m onder het nulpunt(= 101.4 m TAW). In samenspraak met de verantwoordelijke van CVR werd overeengekomen dat de sporen in dit vlak mochten gecoupeerd worden tot op een diepte van 4,30 meter onder het nulpunt. Na het verankeren van de secanspalen en verdiepen en verankeren van de berlinerwanden konden diepere sporen nog onderzocht worden tot op de geplande verstoringsdiepte. Acht sporen (water- en beerputten) bleken nog dieper te zijn dan de 4,30 m onder het nulpunt. Het verdere onderzoek van deze sporen vond plaats op 4 april 2019. Drie van deze putten waren zeer onstabiel wegens de losse vulling en storten al tijdens het couperen in en konden enkel worden gefotografeerd. De andere coupes konden nog worden ingetekend. Vijf waterputten gingen uiteindelijk nog dieper dan de geplande uitgraafdiepte van de kelder (bijlage). Volgens het Programma van Maatregelen dienden waterputten machinaal beboord te worden als ze dieper gingen dan de geplande verstoringsdiepte. Het was omwille van praktische redenen en om veiligheidsredenen echter niet mogelijk om in een bouwput van 7meter diep machinale boringen te zetten. Handmatige boringen liepen vast op het puin in de vulling. De volledige bouwput waarin de uitgraving van de ondergrondse niveaus zou gebeuren, had een omvang van ca.437 m². Oorspronkelijk was geschat dat de verstoringen door het plaatsen van de beschoeiing het onderzoeksgebied slechts zouden verkleinen tot een oppervlakte van 305 m². Deze verstoringen bleken zoals gezegd echter veel groter dan geschat. De plaatsing van de betonwand aan de zuidoostzijde zorgde uiteindelijk voor een verstoring van ca. 2 m breed en ca. 8 m diep. De verstoring door de secanspalen en berlinerwanden was uiteindelijk maximaal 4,3 m breed. De oppervlakte van het eerste archeologische vlak verkleinde zo drastisch van 437 m² naar 215 m². De niet door de beschoeiing verstoorde oppervlakte werd wel geleidelijk aan groter naarmate de vlakken dieper werden aangelegd. In het laatste vlak kon zo 20 m² meer worden opgegraven dan oorspronkelijk geschat. Aan de noordoostelijke zijde van de werkput (straatkant) bevonden zich de diepste zones van de recente kelders. Aangezien hier de moederbodem en eventuele Romeinse sporen toch al volledig verstoord waren en gezien de constante grondafvoer en de nood aan een locatie voor de kraan, werd beslist om een schuin talud op deze locatie te laten liggen en deze bij elk vlak zo klein mogelijk te houden.

Het aardewerk, het glas en het metaal van de Romeinse periode en van de post-middeleeuwen werden in detail bestudeerd. Er werden C14 dateringen uitgevoerd om de periode van de brandlagen in Tongeren beter te kunnen dateren. 

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba

Bronnen

Bron: DE WINTER N. & P. REYGEL 2020: ARON rapport 921 – Eindverslag Tongeren Vlasmarkt Opgraving met het oog op wetenschappelijke vraagstelling, Tongeren.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum:

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Opgraving Vlasmarkt 1-9 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1073117 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.