In het kader van restauratie van de Sint-Odulphuskerk werden graafwerken gepland in en buiten de kerk.
Buiten de kerk werden aan de noord- en zuidzijde telkens 6 korte N-Z-georiënteerde sleufjes gegraven. Aan de noordzijde werden deze naderhand verbonden met putten.
Nog buiten en ten noorden van de kerk werden 2 vierkante putten van 1,3 op 1,3 en 2 m diep gegraven ter voorbereiding van de boringen.
Binnen de kerk worden verspreid over de kerk in totaal 20 rechthoekige putten gegraven in functie van het plaatsen van de warmtestations en de onderlinge verbindende leidingen. Deze putten hebben diverse afmetingen en werden 2 m diep uitgegraven.
De begravingen betreffen, op één volledig bewaarde skelet na, allemaal gefragmenteerde skeletten. Ze liggen met een W-O-oriëntering begraven, het hoofd in het westen. De begravingen liggen op een diepte die schommelt tussen 40 cm en 110 cm onder het maaiveld.