Het terrein werd opgegraven in vier werkputten, waarbij eerst de noordwestelijke zone werd opgegraven, vervolgens gefaseerd de westzijde van het centrale gedeelte en de voorzijde van het terrein om tenslotte de resterende oostzijde van het terrein open te leggen.
Bij het uitgraving van de werkputten werd rekening gehouden met de vereiste grondbuffer van 3m aan weerszijde van het terrein.
Er werd bij elke fase rekening gehouden met de aanwezige archeologische vlakken. Het terrein werd uiteindelijk in twee vlakken opgegraven. Het eerste vlak werd aangelegd op de dempingspakketten van de Demer en ter hoogte van het afbraakniveau van de aangetroffen muurwerken en structuren. Vlak 2 werd aangelegd op de moederbodem.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie Tienen
Bron: VANDER GINST V. en DUPONT L. 2021: Eindverslag: De archeologische opgraving aan de Jan Van Ophemstraat te Aarschot, Archeo-rapport 494, Tienen.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum: