Tijdens de archeologische opgraving werd een oppervlakte van ca. 2.494 m² vlakdekkend onderzocht.
De opgravingszone werd opgedeeld in werkputten zodat elke zone op korte termijn afgewerkt kon worden en de sporen niet degraderen door het openliggen. Het onderzochte terrein werd in vier werkputten opgedeeld en opgegraven. De teelaarde werd evenwel onmiddellijk afgevoerd, waardoor quasi het gehele onderzoeksgebied in één groot vlak kon opengelegd worden.
Het archeologisch vlak manifesteert zich in de advieszone tussen 3,1 en 3,6 m +TAW, waarbij het reliëf licht stijgt in zuidelijke richting. Het archeologisch niveau bevindt zich op een diepte van 60 à 70 cm t.o.v. het huidig maaiveld, met uitzondering van de noordoostelijke hoek waar het archeologisch niveau zich op een diepte van ca. 1,50 m bevindt ten opzichte van het huidig maaiveld en dit ten gevolge van een recente ophoging van het terrein in deze zone van het onderzoeksgebied.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARCHEBO bvba
Bronnen
Bron: CLAESEN J. et al. 2021: Eindverslag Willebroek – Kraagweg, ARCHEBO rapport 2019B262, Kortenaken. Type: literatuur Datum: