De 12 landschappelijke boringen zijn gezien de omvang van het terrein, geplaatst volgens een verspringend driehoeksgrid van ca. 10 bij 25 m. Een vijftal boringen lagen buiten het grid vanwege de aanwezigheid van hoog opgaande braamstruiken. De boringen zijn gezet tot een diepte van 150 tot 200 cm -mv. Voor het boren is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van 7 cm en vanaf een diepte van 50 à 80 cm -mv van een gutsboor met een diameter van 3 cm. Van de 52 verkennende archeologische boringen, uitgezet in een grid van 5 bij 6 m, is één boring in het noorden van het terrein (BO 6) niet uitgevoerd wegens de aanwezigheid van hoogstaand water op het terrein. De bodemopbouw zoals die tijdens het verkennend onderzoek is waargenomen bestaat uit een Ap-horizont (op lager delen al met roestvlekken wegens de hoge grondwaterstand), waaronder op variërende dieptes verschillende fluviatiele lagen aangetroffen zijn, gemiddeld tot 60 cm -mv. Hieronder is vaak een veenpakket aangetroffen, bestaande uit klei en erg organisch materiaal, tot 70-110 cm -mv. Daaronder is sporadisch een vermengde laag bestaande uit veen of fluviatiele afzettingen en het fijn zand aangetroffen. Tenslotte is een fijn goed gesorteerd eolisch dekzand aangetroffen, het betreft de Formatie van Gent, tussen 90-140 cm -mv. Er zijn 46 boorstalen verzameld, die allemaal zijn uitgezeefd. Er kwamen geen relevante archeologische artefacten aan het licht. Tijdens het daarop volgende proefsleuvenonderzoek zijn 5 op elkaar volgende proefsleuven van 2 m breed en 3 m lang uitgegraven. In totaal is ca. 321 m2 opengelegd. Dit is minder dan de voorgestelde 12,5%. Door de ligging van het plangebied in natuurgebied waar enkel ter hoogte van de bodemingreep gegraven mocht worden was het niet mogelijk om nog meer kijkvensters aan te leggen. In deze proefsleuven en kijkvensters zijn geen sporen aangetroffen die ouder zijn dan de nieuwste tijd. Er zijn evenmin vondsten aangetroffen. Uit het veen in werkput 3 zijn twee monsters genomen, voor eventueel later onderzoek buiten onderhavige analyse van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek. In totaal zijn er zeven profielputten aangelegd. De putprofielen zijn 1 m breed en zijn gegraven tot ca. 30 cm in de C-horizont. Alle profielen vertoonden een A/C-bodemprofiel waarbij de C-horizont bestond uit klei en/of veen.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: LARes bvba
Bron: HEIRBAUT E. & BECKERS C. 2021: Proefsleuvenonderzoek aan de Doodsbroekstraat te Hulshout. Deel I, LAReS-rapport 390, Pulderbos.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: