Tijdens het landschappelijk booronderzoek werden 2 boringen met een Edelmanboor (7cm diameter) uitgezet: één centraal in het noordelijk deel van het terrein en één centraal in het zuidelijk deel. Maximaal zijn de boringen tot een diepte van ca. 1,20 m gezet. De boorkernen zijn niet gezeefd en er gebeurde geen staalname. In beide boringen is een AC-profiel vastgesteld. Er zijn geen indicaties waargenomen voor de aanwezigheid van een steentijdsite. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn 2 parallelle proefsleuven van 2 m breed uitgegraven met een NW-ZO oriëntatie. In het zuiden is een dwarssleuf uitgegraven. Er zijn 3 kijkvensters aangelegd. In totaal is ca. 483 m2 opengelegd. Er is met andere woorden iets minder opengelegd
dan 12,5% van het oppervlak. In het noordelijke uiteinde en centraal in werkput 1 zijn twee profielen aangelegd. Deze zijn 1 m breed en zijn gegraven tot ca. 30 cm in de C-horizont. Ze bevestigden het A/C-bodemprofiel dat vastgesteld werd tijdens het landschappelijk booronderzoek. Vondsten zijn niet aangetroffen. Er gebeurde geen staalname.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: LARes bvba
Bron: HEIRBAUT E., COREMANS L. & BECKERS C. 2021: Vooronderzoek aan de Lindestraat te Wiekevorst, LAReS-rapport 424, Halle-Zoersel
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: