Het eerste onderzoek van AVRA gebeurde tussen september 1972 tot juli 1973 onder leiding van Felix Lauwers en had betrekking op de tuin ven perceel sie E nr. 187h waar een 14-tal kleine werkputten van 3m bij 4m werden gegraven. Het volgende onderzoek van AVRA gebeurde onder leiding van Henri Verbeeck gedurende de zomerperiode van 1990 en 1991. Op perceel Sie E nr. 187f werden 2 sleuven gegraven. De eerste sleuf (40 bij 5m) sloot aan bij de werkputten uit 1972 en 1973 terwijl de tweede sleuf (55 bij 5m) dwars op sleuf 1 werd uitgezet in ZW richting. Vanwege de complexiteit van de site nam het toenmalige Instituut voor het Archeologisch Patrimonium het archeologisch onderzoek over. Van 1 juli tot 29 november 1991 en van 4 tot 24 april 1992 legde het IAP een oppervlakte van 2331m² bloot, wat ongeveer de top van het plateau van de Alfsberg dekt. Nakende verkaveling van het noordelijk gelegen perceel Sie E nr. 187n zette het IAP aan om ook op dit perceel verder onderzoek uit te voeren. Deze opgravingen vonden plaats in de zomer en het najaar van 1995 waarbij een oppervlakte van 474m² onderzocht werd. Het meest arbeidsintensieve werk waren drie verticale coupes op de grachtvulling van de versterking uit de late ijzertijd (65 bij 55m). De gracht was bovenaan nog 7,5m breed en reikte tot 4,7m onder het maaiveld waar de grachtbodem nog 2m breed was. De grachtmorfologie werd onderzocht door Kai Fechner en Roger Langohr. Palynologisch onderzoek van de grachtvulling gebeurde door Brigitte Cooremans en het diatomeeënonderzoek werd uitgevoerd door Hendrik Demiddele en Anton Ervynck. De vulling van enkele kuilen aan de rand van de grachtstructuur werd eveneens bemonsterd voor een palynologisch onderzoek en een zaden- en vruchtenonderzoek, later uitgevoerd door Brigitte Cooremans. Het aardewerk uit de grachtvullingen werd tijdens het post-excavationonderzoek typologisch onderzocht.
Bron: ANNAERT R. 1993: Een Viereckschanze op de Alfsberg te Kontich (prov.) Antwerpen: meer dan een cultusplaats, Archeologie in Vlaanderen III, 53-125. Type: literatuur Datum:
Bron: ANNAERT R. 1995/1996 (1999): De Alfsberg te Kontich (prov. Antwerpen). Eindrapport, Archeologie in Vlaanderen V, 41-68. Type: literatuur Datum:
Bron: ANNAERT R. 1991: Kontich: Alfs¬berg. In: Drie jaar monumentenbeleid, Brussel, 59-60. Type: literatuur Datum:
Bron: ANNAERT R. 1993: Een Viereckschanze op de Alfsberg te Kontich (A.) ?, Lunula. Archaeologia protohistorica 1, 58. Type: literatuur Datum:
Bron: ANNAERT R. 1996: Het onderzoek van de laat-La Tène Viereckschanze te Kontich (An) vervolledigd, Lunula. Archaeologia protohistorica IV, 70. Type: literatuur Datum:
Bron: ANNAERT R. 1996: Had Kontich een bijzondere betekenis in de Keltische samenleving ? In: De Boe G. (red.): Archeologie in Vlaanderen, Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, jg. 34, 3, 16. Type: literatuur Datum:
Bron: ANNAERT R. 2003: Kontich-Alfsberg. In: J. BOURGEOIS, I. BOURGEOIS & B. CHERRETTE (eds.), Bronze Age and Iron Ages Communities in North-Western Europe, Brussel, 230-232. Type: literatuur Datum:
Keltenveld (Kontich) Tijdens de jaren 1991-1992 en 1995 voerde het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium een archeologisch onderzoek uit op het plateau van de Alfsberg dat kort nadien verkaveld werd. Voordien gebeurde reeds een beperkt archeologisch onderzoek door de Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie (AVRA) in 1972-1973 en 1990-1991. Deze opgravingen legden sporen bloot van een nederzetting uit de midden ijzertijd en een cultus- en ontmoetingsplaats (Viereckschanze) uit de La Tène-periode die in de laat-La-Tène-periode omgevormd werd tot vluchtburcht. Enkele Romeinse kuilen wijzen op een Romeinse aanwezigheid in de nabijheid.
