Voor het landschappelijk bodemonderzoek werden 13 boringen met een diepte van 1,20 m uitgevoerd.
Voor het proefsleuvenonderzoek werd één NO-ZW georiënteerde proefsleuf langs de Velpe en één O-W georiënteerde proefsleuf langs de perceelgrens in het zuiden aangelegd. De overige vijf proefsleuven werden hiertussen, parallel met de ligging van de Bauwelstraat, N-Z georiënteerd. De gemiddelde afstand tussen de proefsleuven bedroeg 15 m (van middenpunt tot middenpunt) en de proefsleuven waren 2 m breed. Op deze manier werd een oppervlakte van 790 m² onderzocht. Verder werd één kijkvenster van 14 m² aangelegd, centraal op onderzoeksterrein. In totaal werd zo 804 m² of 12,7 % van de oppervlakte onderzocht (ca. 6348 m²).
Bron: AUGUSTIN S., LEES T. & WESEMAEL E. 2021: Nota Kortenaken, Heerbaan. Ontwikkeling van bergbezinkingsbekken en zone voor grondverbetering, ARON-rapport 988.
Type: literatuur
Datum: