Naar aanleiding van de positieve resultaten van het archeologisch vooronderzoek, koos de bouwheer voor het nemen van maatregelen zodat een behoud in situ verzekerd was.
Als eerste maatregel werden binnen het projectgebied enkel de graszoden verwijderd onder toezien van een archeoloog (ca 5cm diepte). Toen bleek dat de bodem dragend genoeg bleek voor het toekomstige wegdek, werd beslist geen diepere afgraving uit te voeren. Gans de zone werd bedekt met geotextiel vooraleer op te hogen met grond die afgegraven was van een eerder opgehoogde zone.
De geregistreerde vondsten betreffen dan enkel ook vondsten uit de ploegvoor en hebben geen archeologische relevantie. Er gebeurde geen staalname.