Naar aanleiding van een geplande verkaveling werd een archeologisch onderzoek uitgevoerd door BAAC. In een eerste fase van dit onderzoek werd een bureauonderzoek en een archeologische prospectie uitgevoerd. Hieruit kon afgeleid worden dat het terrein aan de Zeelaan tijdens beide oorlogen een belangrijke rol speelde. Het prospectieonderzoek leverde weinig relevante archeologische sporen op. De overgrote meerderheid aan sporen die aangetroffen werden, waren bomkraters. De enige uitzondering was een grote kuil waarin vliegtuigonderdelen in aangetroffen werden, waaronder delen van een propeller. Meer dan waarschijnlijk betreft het een crashsite van een van een Duits jachtvliegtuig uit de Tweede Wereldoorlog. Het doel van het archeologisch onderzoek is de berging van het vliegtuigwrak.
Ter voorbereiding van de opgraving werd eerst een detectie aan de hand van een magnetometer uitgevoerd. Zo kon de verspreiding van de brokstukken in kaart gebracht worden. Vervolgens werd de opgraving uitgevoerd. Het archeologisch vlak werd aangelegd op ca. 3,85 m TAW. Het vlak werd in twee stroken van ca. 8 m aangelegd. Zo werd een werkput van ca. 16 m bij 22,5 m opengelegd. Specifiek werd getracht een werkput aan te leggen rond de crashlocatie die gekend was uit het vooronderzoek.
Bron: Billemont J., Bracke M., De Decker C., Heyvaert B. & Scheers A. J. 2019: Archeologische opgraving en berging van een Duitse jachtbommenwerper te Lombardsijde, Gent. Type: literatuur Datum: