Deze opgravingsronde van de Nationale Dienst voor opgravingen, onder Guy De Boe, leidde tot een nieuwe raming van de oppervlakte van de vicus; 7-8 ha. Circa 2,3 ha zijn hiervan reeds onderzocht. Dit areaal bleek echter gelukkig een groot deel van de oudste kern van de nederzetting te bevatten, zodat heel wat vaststellingen betreffende het ontstaan en de ontwikkeling van deze vicus mogelijk zijn.
Bron: DE BOE G. 1985: Het ontstaan en de ontwikkeling van de Romeinse vicus te Grobbendonk, in: SCHEERS S. & SCHELTENS E. (ed.), Miscellanea in honorem Josephi Remigii Mertens I Topographia Antiqua, Acta Arcaelogia Lovaniensia, 24, Leuven, 101-118. Type: literatuur Datum: