Op basis van de positieve resultaten van het voorafgaande proefsleuvenonderzoek, vond binnen het plangebied een vlakdekkende opgraving plaats die nederzettingssporen opleverde uit de metaaltijden en de Romeinse periode.
Het onderzoeksterrein werd in 1 werkput onderzocht. Het betreft een site zonder complexe verticale stratigrafie die werd onderzocht aan de hand van een vlakdekkende opgraving. De bovengrond van de opgravingsvlakken werd verwijderd tot op het archeologisch leesbare niveau waarna alle sporen geregistreerd en gecoupeerd werden. Aan de zuidoostzijde en de zuidwestzijde werd de werkput niet volledig aangelegd tot aan de rand van het onderzoeksgebied, aangezien hier de verstoring aanvangt die in verband staat met de verwijderde zwemkuip en een andere verstoring.
Er werden twee bodemprofielen geregistreerd.
In totaal werden 256 sporen geregistreerd, waarvan er 35 natuurlijk bleken. De antropogene sporen omvatten paalsporen, ploegsporen, kuilen, greppels en recente verstoringen. De sporen komen verspreid voor over het terrein Er werd wel getracht om de coupes zo veel mogelijk in dezelfde richting te plaatsen. Bij het verder verwerken van de opgravingsgegevens werd getracht gebouwplattegronden te herkennen in de sporenclusters.
Er werd een beperkte hoeveelheid vondsten aangetroffen, waardoor er geen selectie plaats vond tijdens de inzameling en de verwerking.
Bij het onderzoek werden geen sporen aangetroffen die op basis van het aanwezige organische materiaal inzicht kunnen opleveren in het landschap tijdens de geattesteerde perioden en de bestaanseconomie van de nederzetting. Er zijn ook geen verkoolde macroresten aangetroffen in de zeefresiduen van de genomen stalen.Uit twee bulkstalen afkomstig uit paalkuilen, werd houtskool gerecupereerd waarop een 14C-datering is uitgevoerd.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: All-Archeo bv