Tijdens een aantal werfbezoeken werden de aangelegde sleuven en werkputten gecontroleerd op archeologische sporen of vondsten. Waar nodig, werden putwanden opgeschoond en gefotografeerd. Vondsten werden ter plekke ingezameld en voorzien van een uniek vondstnummer per werkput. Deze werfbegeleiding gebeurde in twee fasen.
Tijdens de eerste fase werden in de noordelijke zijde van het schip in functie van nutsleidingen twee continue sleuven en drie kleinere sleuven aangelegd. Daarom meten deze sleuven slechts 30 cm in de breedte. De diepte varieert in de praktijk tussen 40 en 80 cm. Ter hoogte van elke zuil werd een werkput uitgegraven, 16 in totaal en variërend van afmetingen.
De tweede fase vond plaats in de zuidelijke zijde van het schip. Ook hier werden twee continue sleuven aangelegd, naast 8 kleinere sleuven, met 18 werkputten ter hoogte van elke zuil.
Van twee aangetroffen funderingen zijn monsters genomen, resp. 2 bakstenen en een mortelfragement. Verder werd nog een baksteen ingezameld van een bakstenen massief dat in een van de werkputten is vastgesteld. De stalen zijn niet verder onderzocht.
Er werden 59 vondstnummers geregistreerd tijdens deze werfbegeleiding. Op het menselijk bot is een fysisch-antropologisch assessment uitgevoerd dat nuttige demografische en pathologische gegevens opleverde.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: GATE
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Werfbegeleiding Onze-Lieve-Vrouwe-Kathedraal [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1074589 (geraadpleegd op ).