Voorafgaand aan de herinrichting van het bufferbekken werd een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek dat in de laagst gelegen delen van de beekvalleien enkel alluviale afzettingen aanwezig waren. Op de hellingsflanken waren eolische zandleemafzettingen aanwezig, met hier en daar oppervlakkige bewaring van een B-horizont. In de zone met eolische sedimenten werden losse steentijdartefacten op het maaiveld gevonden.
Er was bijgevolg een grote kans op steentijdartefactensites en sporensites op een diepte van 30 tot 55 cm.
Aanvullend is een veldkartering gebeurd waarbij enkel lithische artefacten verzameld zijn. Er werden 54 relevante vondsten ingezameld: negen knollen, vier vorstafhakingen, zeven brokstukken, 15 fragmenten nietgemodificeerd debitagemateriaal, 14 werktuig(fragment)en, vier fragmenten van gepolijste bijlen en één geteste kern
Het veelvuldig voorkomen van de fijnkorrelige donkergrijze vuursteenvariant in zowel onbewerkte knollen als afhakingen en werktuigen doet vermoeden dat lokale vuursteen aanbruikt werd voor de vuursteenbewerking en werktuigproductie.