Er werden 2 werkputten aangelegd waarbij de tweede werkput niet volledig werd aangelegd gezien het aantreffen van diepploegsporen. Na aantreffen van deze diepploegsporen - net ten westen van de tweede proefsleuf - werd het archeologisch vlak onder deze diepploegsporen aangelegd om de bewaring en de diepte van de archeologische sporen afdoende te kunnen evalueren. Na het afronden van deze strook op deze diepte werd beslist werkput 2 plaatselijk verder westwaarts te onderzoeken. Dit aan de hand van 2 kijkvensters ter hoogte van het aangetroffen grafmonument in het zuiden en de greppels in het noorden. Naderhand werd er afgezien van nog verder westwaarts openleggen van werkput 2. Enerzijds gezien het voorkomen van de in deze zone diepgaandere verstoring (ploegsporen die even diep gaan ten opzichte van het in het westen hoger gelegen archeologische vlak) en anderzijds gezien het volledig aantreffen van de zuidelijke aftakking en niet verder terugvinden van de noordelijke tak van een greppel.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV
Bronnen
Bron: DE RIJCK A. 2020: Archeologisch onderzoek van inheemse funeraire en bewoningssporen uit de ijzertijd te Brecht, Akkerweg (Provincie Antwerpen). Eindrapport, ABO archeologische rapporten 976, Aartselaar. Type: literatuur Datum: