Naar aanleiding van de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de bouw van een commercieel centrum en na een positief vooronderzoek, vond binnen het plangebied een vlakdekkende opgraving plaats. Deze bracht sporen uit de ijzertijd en middeleeuwen aan het licht.
Tijdens de archeologische opgraving werd een oppervlakte van ca. 3.100 m² onderzocht. Het plangebied werd in drie werkputten opgedeeld en opgegraven. De teelaarde, het aangelegde vlak, de sporen en de storten werden onderzocht met een metaaldetector.
Om een in de proefsleuven vastgestelde uitlogingshorizont of oud loopvlak te evalueren, zijn tijdens de opgraving twee controlevlakken aangelegd op niveau van de Ap2-horizont.
Vier stalen voor 14C-datering werden genomen bij het uithalen van de sporen. Het gaat om één staal crematieresten en drie houtskoolstalen uit paalkuilen.
Er werden voldoende referentieprofielen aangelegd om de bodemopbouw van het onderzoeksgebied na te gaan.
Tijdens het onderzoek werden 26 vondstnummers uitgedeeld. Het gaat hierbij vooral om aardewerk maar er zijn ook drie metaaldetectievondsten geregistreerd. Er werden in totaal 67 archeologische sporen aangeduid en beschreven. Elf sporen bleken na het couperen ervan van natuurlijke oorsprong (16%). De archeologische sporen kunnen globaal in volgende categorieën opgedeeld worden, nl.: paalkuilen (61%), greppels (12%) en overige kuilen (11%). Naast de archeologische sporen werden ook nog recente verstoringen aangesneden en op plan gezet. Het betreft hierbij o.a. sporen die te maken hebben met de toenmalige bebouwing op het terrein en bedden voor groenteteelt (serrebouw/plantbedden).
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARCHEBO bvba