Naar aanleiding van de ontwikkeling van de Hertogensite diende een standzekerheidsonderzoek uitgevoerd te worden voor de aanwezige restanten van de middeleeuwse stadsmuur. In het kader van dit onderzoek dienden een aantal putten gegraven te worden om de opbouw en bewaringsdiepte van
de funderingen vast te stellen. Deze werken werden archeologisch begeleid in functie van een wetenschappelijke vraagstelling.
De locatie van de onderzoeksputten was op voorhand bepaald door de stabiliteitsingenieur. Bijkomende ‘archeologische’ putten waren niet voorzien omdat de rest van de archeologische sporen (nog) niet verstoord worden.
In totaal werden zes proefputten gegraven: vijf proefputten bevonden zich aan het zuidelijke muurfragment en de flankeertoren (kant Minderbroedersstraat) en één proefput aan de noordelijke flankeertoren (kant Brusselsestraat).
De uitgravingen gebeurden grotendeels machinaal. Waar nodig (en niet mogelijk om dit machinaal te doen) werd bijkomend manueel verdiept. De muurresten werden vervolgens opgeschoond en geregistreerd. Er werden stalen genomen voor 14C-datering van zowel de muur als één van de twee torens.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Studiebureau Archeologie
Bron: SMEETS M. 2021: Eindrapport: Het archeologisch onderzoek aan de Hertogensite te Leuven, Archeo-rapport 502, Tienen
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum: