Er werden 10 werkputten aangelegd voor een totale oppervlakte van 944.8 m². Het totale plangebied omvat 25.311,6 m². Echter, de totale oppervlakte van de toegankelijke zones van het terrein, waar de bodemgesteldheid het toeliet om proefsleuven aan te leggen bedroeg slechts 9.206,1 m², waardoor 10,3 % van de toegankelijke delen van het plangebied onderzocht werd.
Grote delen van de geadviseerde proefsleuven konden niet uitgevoerd worden, om verschillende redenen. Er lag namelijk een te behouden werfweg langs de zuidelijke grens van het plangebied, alsook een reeds aangelegde betonplaat langs de oostelijke grens van het terrein, er was wateroverlast op grote delen van het terrein (zie Figuur 4), en recente graafwerken zorgden daarnaast voor grote putten en waterverzadigde grond. Daarnaast was er een werfweg nog in gebruik die diagonaal door het plangebied liep. Deze moest niet behouden blijven, maar aangezien langs beide zijden van deze werfweg een grote verstoringszone aanwezig was, is ervoor gekozen om de werfweg over te slaan. Daarnaast strekte een quasi aaneengesloten verstoring zich bijna over het volledige terrein uit. Daarom is de methode iets aangepast en zijn bepaalde stukken van de geplande proefsleuven overgeslagen, terwijl er extra profielen gezet zijn. Dit om de aanwezige verstoring zo goed mogelijk in kaart te brengen. Werkputten 8 tot en met 10 konden daarnaast ook niet volledig onderzocht worden aangezien er nog verharding aanwezig was. Waar de verharding wel opgebroken kon worden, waren er nog aangevoerde zandlagen en puinbrokken aanwezig onder de verharding. Vermoedelijk was de bodem hier ook grotendeels verstoord. Indien deze werkputten wel volledig onderzocht hadden kunnen worden, had dit geen invloed gehad op het verdere advies voor het terrein.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch vooronderzoek Palingstraat [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1074978 (geraadpleegd op ).