Tijdens het landschappelijk bodemonderzoek zijn 4 boringen uitgevoerd met een gemiddelde diepte van 1,26 m. De boringen werden geplaatst in een verspringend driehoeksgrid met 30 m tussen de verschillende boringen.
Voor het proefsleuvenonderzoek werden vier O-W georiënteerde sleuven aangelegd die een oppervlakte van 389,4 m2 beslaan, ofwel 12,8% van de oppervlakte van het plangebied. Aanvullend werden in het zuiden van het projectgebied een korte extra sleuf, en verbreding (kijkvenster) aangelegd om beter inzicht in het archeologisch potentieel van die zone te krijgen. Hiermee werd een extra oppervlakte van 51,5 m2, of 1,7% van het terrein, vrij gelegd. In totaal is zo 14,5% van het terrein geëvalueerd.