In het programma van maatregelen bij de nota is een syntheseplan toegevoegd met afbakening van de zones waar een vlakdekkende opgraving noodzakelijk bleek. De volgende voorwaarden zijn geformuleerd en gevolgd. Het staat de erkende archeoloog vrij om te bepalen of de opgraving zal gebeuren in één of meerdere opgravingsputten. De omvang van iedere put/ieder vlak is dusdanig dat er een goed ruimtelijk inzicht is en dat alle plannen naadloos aansluiten tot één overzichtelijk plan van het hele terrein. De omvang laat ook toe om een overzicht van de sporen, spoorcombinaties en archeologische structuren te bekomen, zonder deze te lang aan degradatie bloot te stellen. Wanneer structuren gedeeltelijk buiten het vlak van de aangelegde werkput liggen, dient de werkput uitgebreid te worden om de structuren in één geheel te kunnen onderzoeken. Omdat het terrein dermate groot is, zal het gebruik van verschillende werkputten noodzakelijk blijken. Bij de opmaak van het puttenplan dient dan ook rekening te worden gehouden met de plattegrond die tijdens het vooronderzoek werd aangetroffen.
In functie van paleo-ecologisch onderzoek zijn in het kader van dit project één bulkstaal voor macrorestenonderzoek (vulling van boomvalkuil S147) en twee pollenstalen voor palynologisch onderzoek (vullingen 2 en 3 van waterkuil S41) onderzocht door BIAX Consult. Na een waardering van de stalen bleken enkel de pollenstalen in aanmerking te komen voor een analyse, met het oog op de beantwoording van de onderzoeksvragen met betrekking tot de vegetatie van het paleolandschap. Voor het verkrijgen van absolute dateringen met betrekking tot het sporenbestand uit de metaaltijden zijn vier brokjes houtskool (afkomstig uit kuilen S55 en S163, waterkuil S41 en paalkuil S89) en één brokje verbrand bot (afkomstig uit kuil S88) onderzocht in het labo van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) o.l.v. dhr. M. Boudin. De poging tot het dateren van het brokje verbrand bot was mislukt wegens het te klein formaat van het staal. De overige stalen konden wel worden gedateerd. De resultaten van de 14C-dateringen worden in samenhang met de beschrijving van de desbetreffende contexten besproken.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch onderzoek Mie Broosplein [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075382 (geraadpleegd op ).